Nederlandse architectuur heeft zichzelf opnieuw uitgevonden

Wat speelt er aan de voorlinie in de stad? Elke donderdag vind je in het Stadsleven webmagazine een trend die je in de gaten moet houden. Vandaag: het jaarboek ‘Architectuur in Nederland 2016-2017’ toont hoe de architectuur zichzelf noodgedwongen weer opnieuw heeft uitgevonden. 

Het jaarboek Architectuur in Nederland 2016-2017 is alweer de dertigste editie een uitgave van nai010 in Rotterdam. Het is geen platte top zoveel, maar juist een poging om elk jaar de balans op te maken van de architectuur in Nederland – wat wordt er gebouwd, wat zijn de thema’s, hoe staat het vak ervoor. Architectuur is natuurlijk niet statisch, het is onderhevig aan trends én staat natuurlijk onder invloed van de economie.

Tijd van bezinning

We komen nog maar net uit de crisis die in 2008 in alle hevigheid uitbrak en dat heeft de architectuur geweten. Meer dan de helft van de beroepsgroep heeft het niet overleefd. Het voordeel was het daardoor een tijd van bezinning was.

Architecten merkten dat hun vak niet zo relevant was als ze zelf dachten – sommigen zagen architecten als mooimakers die het bouwproces onnodig duur maakten. En de laatste jaren is de hele culturele structuur veranderd: het Nederlandse Architectuurinstituut werd het Nieuwe Instituut, het Stimuleringsfonds voor de Architectuur werd het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie.

Uit die crisis zijn ook goede dingen voortgekomen. Omdat de geheide bouwkolom van gemeente-belegger-ontwikkelaar niet meer functioneerde was er ruimte voor experimenten. Mensen gingen hun eigen woningen ontwerpen en bouwen, soms in groepsverband. Een voorbeeld is de wilde stedenbouw in Oosterwold, ten oosten van Almere, waar de bewoners alles zelf moeten doen, zelfs de wegen aanleggen! In het jaarboek staat een langgerekt woongebouw dat negen gezinnen delen, een ontwerp van bureau’s SLA en Zakenmaker.

Oosterwold

Nieuwe ontwikkelingen

Er worden nieuwe materialen gebruikt, zoals afvalproducten. En leegstaande gebouwen kregen allerlei nieuwe tijdelijke functies. Er bleek van alles mogelijk waar we niet eerder aan gedacht hadden toen alles gewoon zn gangetje ging.

Een van de projecten is het Museum Voorlinden, dat verzamelaar Joop Caldenborgh heeft gebouwd in Wassenaar heeft gebouwd voor zijn collectie, naar een ontwerp van Kraaijvanger Architecten. Het is geweldige aanwinst naast de gesubsidieerde musea. Ik vond het op de foto’s niet heel spannend – het leek me het soort architectuur dat ik ‘veilig chic’- noem. Maar toen ik er was bleek dat het heel mooi en sereen is.

Nederland bouwt ook nog altijd mooie openbare gebouwen, zoals de Hoge Raad in Den Haag van Kaan Architecten. Ik heb het van binnen mogen zien tijdens de persbezichtiging. Het is een heel sterk statement over de rol van het recht in het openbaar leven.

Deze diashow vereist JavaScript.

Nederlandse architectuur wereldwijd

Nederlandse architecten bouwen over de hele wereld. Voor het eerst besteedt het jaarboek aandacht ook aan projecten van Nederlandse architecten elders – veel in China, zoals het bekend gebouw van Rem Koolhaas voor de Chinese staatstelevisie, maar ook in Engeland, zoals de bibliotheek van Mecanoo in Birmingham waardoor Mecanoo nu ook de New York Public Library onder handen heeft. Maar de auteur van dit stuk, Oliver Wainwright van de Guardian, is van mening dat Nederlandse architecten naar het buitenland uitwijken omdat de architectuurcultuur in Nederland zelf verschraald is.

Meer lezen?

Meer trends in De Stad Nu vind je hier.