Waar zijn de grote verhalen, de plannen op stadsniveau en de visionairs gebleven? Op maandag 26 oktober bediscussiëren we in Stadsleven ‘Make no small plans’ topdown, bottom-up en in between stadsplannen maken. Olof van de Wal (eigenaar het adviesbureau Leefdestad voor stedelijke transformatie) schreef een column over de verlegenheid van de overheid in de bottom-up revolutie die momenteel gaande is.
De bottom-up revolutie
De bottom-up revolutie is nog maar nauwelijks onderweg. Hij laat zich vooral zien in enkele veelgenoemde voorbeelden van ‘stadmakers’. Toch is de impact ervan groot – onverwacht groot. En de gretigheid, opluchting zelfs, waarmee ze door vrijwel iedere partij worden omarmd, doet vermoeden dat de langverwachte ontsnapping uit een impasse is gevonden.
Je zou kunnen zeggen dat het werken aan de stad, het maken van stad en samenleving, aan het democratiseren is. Dat is ook het optimistische geluid dat op veel plekken te horen is, of het nu gaat over de ontdekking van de ‘doe-democratie’ of de herontdekking van de coöperatie.

Credits: Flickr/Campra
Plannen of faciliteren?
Je zou ook kunnen zeggen dat de maakbaarheid van de samenleving via de achterdeur opnieuw leven ingeblazen wordt. Wee de bestuurder en de ambtenaar die maakbaarheid verweten wordt. De samenleving is niet meer maakbaar, dat wordt nu zo vaak herhaald dat het een mantra wordt. Of liever, de ‘systeemwereld’ kan haar niet meer maken. Maar de burgers wel. Daar wordt het zelfs van verwacht. En dan ‘faciliteert’ de systeemwereld.
Maar is dat werkelijk de ontsnapping waar zo naar gesmacht wordt? Ik mocht onlangs een workshop voorzitten over de toekomst van de stedelijke vernieuwing. Wat mij daar opviel, was de grote verlegenheid van de mensen die namens de gemeenten over de vernieuwing van hun stad gingen. Bijna iedereen had wel zijn eigen goede voorbeeld; zijn ‘knuffelstadmaker‘. Bijna iedereen was cynisch over de kansen om, zoals dat heet, op te schalen. En bijna iedereen blokkeerde bij de suggestie om meer te plannen dan te faciliteren.
Het gemak waarmee de planningstraditie wordt losgelaten, is verbazingwekkend. De zelfkastijding van overheden die daarmee gepaard gaat, is ontnuchterend. “Wij doen niet meer aan blauwdrukdenken” is de verklaring die zo vaak wordt gegeven om de verlegenheid te maskeren. Is dat het loslaten, waardoor de betere, de geleefde steden ontstaan? Of is dat het uit je handen laten vallen, gewoon een andere manier waarop de systeemwereld haar onverschilligheid met de levende stad manifesteert?

Tekening Van Eesteren – Credits Flickr/Nederlands Architectuur Instituut
Overheid, geef stadsmakers een reden om te plannen
Maar stadmakers, of ze nu publiek ontwikkelaar zijn, of een combinatie van sociaal ondernemers en ontwikkelaars, of misschien zelfs een van de ‘oude’ partijen, zoals woningcorporaties, niemand heeft baat bij een overheid die zich vooral toelegt op faciliteren. Ze hebben een plan voor de stad nodig. Ze hebben het vertrouwen nodig dat hun inspanningen kunnen renderen, omdat het past in wat de stad nodig heeft. En omdat de stad weet wat zij nodig heeft. Aan het optimisme van de meeste stadmakersprojecten zit een scherp randje, het cynisme van de tussentijd. Wat is dat meer dan een eufemisme voor het niet meer weten, een optimistisch alibi voor het uitstellen van commitment?
Er zijn heel veel gebieden waar volop kansen zijn voor het organisch ontwikkelen en er zijn plekken waar veel meer moet gebeuren – of juist niet moet gebeuren. We hadden geen probleem met overtollig kantoorvastgoed gehad als er niet zo gretig op de korte termijn was ontwikkeld. Als er op basis van een goed plan, een goed inzicht in wat de steden nodig hebben, het intelligente weerwoord was gegeven. Niet op basis van in regelgeving gestolde winstverwachtingen, maar op basis van kennis van de stad, en inzicht in wat zij kan worden. Laten we het dan, omdat blauwdruk niet meer kan, een scenario noemen, een verhaal voor de stad dat vele interpretaties kan verdragen. Maar dat ook grenzen stelt. Dat voorwaarden schept om waarde te kunnen maken, voor de stadmaker én de stad. En dat voorwaarden stelt aan waar en wanneer dat kan.
Laat de overheid alsjeblieft die verlegenheid afschudden – en de kalverliefde voor alles wat bottom-up is. Geef stadmakers niet alleen het vertrouwen, maar ook het weerwoord dat nodig is. Geef ze een reden om op te schalen. Maak een plan!
Meer lezen?
- Klik door naar ons dossier Stadsleven ‘Make no small plans’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp.
- Olof van de Wal heeft laatst een essay geschreven voor Platform31, getiteld “Steden van Waarde, perspectief voor stedelijke vernieuwing”. Lees hier het hele essay.