Planoloog en bestuurskundige Dries Drogendijk ziet gezinnen als belangrijke brandstof voor de stad. Gezinnen blijven veel vaker in de stad wonen en dat heeft veel voordelen bepleit Dries Drogendijk. Maandag 26 januari praten we in de Balie verder over het onderwerp ‘Opgroeien in de stad‘. 

Wie afgaat op radio, TV en sociale media zou denken dat het stadsleven wordt bepaald door de jongerencultuur. Vooral studenten en twintigers laten letterlijk en figuurlijk veel van zich horen. Zo kreeg de sluiting van Club Trouw begin dit jaar ongekend veel aandacht in de media. Alsof de frequente bezoeker iets werd ontnomen. Maar Clubs komen en gaan. Met The Warehouse in de Elementenstraat staat er al een opvolger klaar.
Voor de stad zijn diversiteit en verandering (dynamiek) van cruciaal belang. De grote verandering van de laatste jaren is dat gezinnen veel meer dan de afgelopen decennia in de stad zijn blijven wonen. Het is een onontbeerlijke brandstof voor de stad, waarvan de voordelen nauwelijks worden erkend.

Credits: Kevin Dooley

Ten eerste leveren gezinnen met kinderen een belangrijke bijdrage aan de economie van de stad. Het gaat dan niet alleen getalsmatig om de euro’s die gezinnen besteden. Het gemiddelde inkomen van een gezin ligt hoger dan dat van jongeren of ouderen. Dat is niet alleen goed voor de middenstand. Ik heb eens berekend dat ik voor alle uitgaven bij de drogist aan luiers, zalfjes, natte doekjes en medicijnen voor mijn kinderen gerust een tweedehands auto had kunnen kopen. Het gaat ook om de diversiteit van de economie. Simpel gezegd, gezinnen besteden hun geld niet voornamelijk aan horeca, gadgets en mode, maar aan een veel breder palet aan economische activiteiten die onmisbaar zijn voor de stad. Van de onderwijssector en crèches, tot sportverenigingen en de vrije tijdseconomie. In Amsterdam zouden TunFun, Nemo, Artis, bioscopen en theaters niet kunnen bestaan zonder massaal bezoek van kinderen. Zonder gezinnen zou het cultureel leven in de stad veel schraler en eentoniger zijn.

Daarnaast dragen gezinnen bij aan een veiliger stad. Iedereen profiteert van vrij liggende fietspaden, de aanpak van blackspots en het verlagen van de snelheid in woonwijken. Ongelukken waarbij kinderen betrokken zijn worden altijd breed uitgemeten. Juist omdat ze veel minder voorkomen dan vroeger. De tegenstanders van de verplaatsing van scooters naar de rijbaan voeren een achterhoedegevecht. Fietsers laten zich hun dominantie in het stadsverkeer niet afnemen. De bakfietsende moeder staat zo’n beetje symbool voor de drukte op het fietspad. Ze leveren nog altijd minder gevaar op dan scooteraar met dopjes in zijn oren en een hand op de claxon.

Credits: Goya Bauwens

Nog een andere reden waarom de aanwezigheid van gezinnen brandstof oplevert in de stad is de toegenomen kwaliteit van de openbare ruimte. De stad wordt letterlijk meer aangeharkt. Het onderhoud en investeringen in parken en groenvoorzieningen krijgt veel meer aandacht. Ook is de inrichting veel diverser. Van stadsstrandjes tot fonteinen of een voetbalkooi. Zie het Westerpark dat zomers bijna bezwijkt onder het succes. Om te ravotten hoeven kinderen de stad niet meer uit. Jeugdland, het Woeste Westen, Blijburg, Amstelpark, Twiske: het zijn stuk voor stuk fantastische plekken om vies te worden.

De belangrijkste brandstof van de stad is het leven zelf. Niemand laat dat beter zien dan een kind dat speelt en de stad ontdekt. Kinderen houden je jong, dat is toch wat iedereen wil? In mijn eigen straat in het hartje van de stad staat sinds deze zomer een (tijdelijke) buurtboerderij. Kinderen timmeren er schuurtjes, geven water aan de groenbakken en voeren de kippen met de wormen en pissebedden die ze er vinden. Het is een klein initiatief op een stukje braakliggende grond, bedoeld voor de gezinnen uit de buurt. Over een jaar zal de buurtboerderij wijken voor studentenwoningen. Dat is prima, de kinderen zullen zich weer op iets anders storten.

Credits: Dan Zen

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘Opgroeien in de stad’ voor meer blogs over dit onderwerp.