Pleidooi voor een rommelige data stad: Usmair Haque

Efficiëntie, gemak en veiligheid. Dat zijn eigenschappen die vaak in verband worden gebracht met een smart city, een stad die door middel van het gebruik van big data ernaar streeft om betere diensten te leveren aan haar inwoners en een betere stadsplanning te maken. Maar zijn dit wel doelen waarnaar een smart city moet streven? Usmair Haque pleit voor een grote mate van rommeligheid in de ontwikkeling van een bottom up smart city.

Door: Sanne van der Beek

8016192302_b2f1cc793d_k (1)

Credits: Justgrimes

Een stad is niet te meten met big data, een stad is rommelig

Architect Usmair Haque schreef vorig jaar in Wired Magazine een kritisch essay over de ontwikkeling van de smart city. Zijn grootste bezwaar is tegen het geloof dat het verzamelen van meer data tot meer informatie leidt, die weer meer kennis en wijsheid kan produceren op het gebied van stadsplanning. Dat is een principe uit de Verlichting, zo stelt hij, niet iets wat toegepast zou moeten worden op het 21ste eeuw denken bij het gebruik van nieuwe technologie in steden. Een belangrijk probleem bij dit denken, zegt Haque, is namelijk juist de premise dat een stad en haar inwoners ‘kenbaar’ zijn, met big data als de grote belofte om deze kennis te ontsluiten. Een stad is volgens Haque echter een rommeltje dat zich niet volgens de regels van deze belofte gedraagt:

Yet, cities are what Russell Ackoff might call a “mess”. Every issue interrelates to and interacts with every other issue; there is no clear “solution”; there are no universal objective parameters; and sometimes those working on problems are actually the ones who are causing them. Urban data isn’t simply discovered, it is invented, manipulated and crafted.  […] Overly planned “smart” cities, with their fetish for and dependence on data, are highly likely to have similar unplanned consequences. It has already started: Evgeny Morozov describes how publicly available crime statistics in certain areas led to a drop in property prices, and consequently a drop in crime reporting (and therefore “poorer” data).

Een bottom up smart city

Een andere grote denkfout van smart cities die uit de premisse van de kenbare stad voortvloeit, en die Haque al uitgebreid in een eerder artikel uit 2012 beschrijft, is dat een smart city vaak van bovenaf gepland wordt. De big data technologie is in handen van bedrijven en stadsplanners die met de verzamelde data een beleid gaan uitstippelen voor hun inwoners. Haque pleit echter voor een bottom-up smart city, een model waarbij inwoners niet alleen inzicht hebben over de big data die over hun worden verzameld, maar ook de mogelijkheid hebben om er zelf data aan toe te voegen en verbindingen te leggen:

We, citizens, create and recreate our cities with every step we take, every conversation we have, every nod to a neighbour, every space we inhabit, every structure we erect, every transaction we make. A smart city should help us increase these serendipitous connections. It should actively and consciously enable us to contribute to data-making (rather than being mere consumers of it), and encourage us to make far better use of data that’s already around us.

Meer lezen?