Tijd voor eerlijk debat over oneerlijke stad – Column Jeroen Slot

De huidige stad blijkt gebouwd op verschillen. In Stadsleven ‘De oneerlijke stad’ onderzoeken we waar de oneerlijkheden van deze tijd zitten. Jeroen Slot, hoofd Onderzoek + Statistiek Amsterdam, stelt dat het de hoogste tijd is om het debat over een oneerlijke stad op een andere manier te voeren, gebaseerd op feiten in plaats van sentiment.

Ongelijkheid kenmerk van vitale stad?

Het is nog helemaal niet zo gemakkelijk uit te maken wat een eerlijke stad eigenlijk is. Dat begint al met het begrip stad. Dat is lang niet zo eenduidig als het gemak waarmee het wordt gebruikt. De stad is meer dan haar grondgebied en inwoners. Voor de Duitse socioloog Georg Simmel, die honderd jaar geleden over de toen snel groeiende steden publiceerde, was duidelijk dat niet langer het Gemüt regeerde zoals op het platteland met zijn langdurige relaties tussen mensen, maar eerder individualisme, het geld en de transactie – zakelijkheid kortom. De stad is daarmee de plaats waar aan de ene kant heftige competitie en strijd plaatsvindt en tegelijkertijd veel wederzijds profijtelijke overeenkomsten tot stand komen. Voor sommigen is dat aanleiding te veronderstellen dat ongelijkheid een inherent kenmerk van een vitale grote stad is. Dat klopt in die zin dat er veel  mensen komen naar de stad om hun positie te verbeteren.  Die instroom van ideeën, connecties en ambities is een voorwaarde voor behoud van vitaliteit. Maar dat zegt natuurlijk nog helemaal niets over de aard en omvang van de ongelijkheid die wenselijk is. Dat leidt tot de vraag wat eerlijk in relatie tot de stad betekent. Opnieuw: dat is nog helemaal niet zo gemakkelijk uit te maken. Het is een stuk gemakkelijker uit te maken wat een oneerlijke stad is. Dickens heeft er honderden pagina’s over volgeschreven: Londen was in zijn tijd zeker geen eerlijke stad. Dat geldt ook voor Baltimore: elk seizoen uit de geruchtmakende televisieserie The Wire laat dat zien. En Amsterdam?

Verschillen nemen toe in Amsterdam

In The Just City vergelijkt Susan Fainstein New York, Londen en Amsterdam. Zij concludeert dat Amsterdam, zeker in vergelijking met New York en Londen, veel heeft van wat een eerlijke stad volgens haar kenmerkt: ruimte voor diversiteit, democratische besluitvorming en een redelijke verdeling van welvaart. De gereguleerde woningmarkt speelt daarbij een belangrijke rol. Tegelijkertijd stelt zij vast dat die eerlijkheid onder druk staat.

Staat van de stad

De Staat van de Stad in de Stadsschouwburg

In de Staat van de Stad wordt periodiek vastgesteld hoe Amsterdam zich ontwikkelt. De trends van de afgelopen tien tot twintig jaar zijn duidelijk. De stad doet het in economisch opzicht heel goed. De economie groeit sneller dan in Nederland als geheel, het aantal banen is sterk gegroeid, de woningvoorraad is uitgebreid en verbeterd  en de criminaliteit is spectaculair gedaald, om maar een paar voorbeelden te noemen. Tegelijkertijd nemen de verschillen toe. Alle welvaartswinst is terechtgekomen bij de hogeropgeleiden. De verschillen in de stad nemen niet alleen tussen groepen bewoners toe. Ook in ruimtelijke zin is er sprake van toenemende contrasten. En naar verwachting zullen de verschillen blijven toenemen.  De onzekerheid op de woningmarkt en de veranderde speelruimte van corporaties veranderen de toegankelijkheid en kansen van verschillende groepen op de Amsterdamse en regionale woningmarkt.

Feiten in plaats van sentiment in debat oneerlijke stad

Volgens sommigen kan daardoor de stedelijke economie tot volle bloei komen. Anderen zien datgene bedreigd wat Amsterdam tot een bijzondere en aantrekkelijke stad maakte.  Het debat tussen beide groepen verzandt nogal gemakkelijk in emotioneel, ideologisch en opportunistisch over en weer geslingerde statements. In plaats daarvan zou een wat zakelijker debat welkom zijn. Welke trends zijn er? Wat leveren die op in termen van welvaart en welzijn? Hoe beïnvloedbaar zijn die trends? Wat levert beïnvloeding op en wat kost ‘t? Dat er op die balans dan meer meegewogen wordt dan puur economische afwegingen spreekt vanzelf. Net zoals het feit dat die discussie ook Almere en Beverwijk raakt en niet beperkt kan blijven tot de stad alleen.

Robert Putnam laat in Our Kids zien dat in Amerika het schoolsysteem en de gemeenschap niet langer in staat zijn te compenseren wat een kind dat opgroeit in een zwak huishouden tekort komt om zelf een eerlijke kans op betere positie te hebben. Ander Amerikaans onderzoek laat zien dat grotere verschillen in inkomensongelijkheid samenhangen met minder diversiteit in het bestuur. Zover is het hier nog niet. Maar het leidt bijvoorbeeld wel tot de vraag of zorg, veiligheid of onderwijs voor alle inwoners in alle wijken van voldoende kwaliteit zal blijven.

Our kids Robert Putnam

Het debat over de eerlijke stad eindigt nooit. Wat deze periode bijzonder maakt is dat de onzekerheden groot zijn. De veranderingen gaan bovendien snel en zijn vaak moeilijk omkeerbaar.  Er is met andere woorden sprake van urgentie. De Engelse econoom Atkinson heeft onlangs 15 voorstellen geformuleerd om (dreigende) ongelijkheid in het Verenigd Koninkrijk tegen te gaan. Misschien is het de moeite waard ook voor Amsterdam 15 voorstellen te formuleren die de stad eerlijker maken. Hoe dan ook: tijd voor een eerlijk debat over de oneerlijke stad.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier Stadsleven ‘De oneerlijke stad’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp of lees Susan Fainsteins column  voor Stadsleven over hoe ongelijkheid de nieuwe norm is in de stad.