Wie schrijft – op de muur – , die blijft

door Radna Rumping

“In de woonkamer werd de hele nacht gedanst, en daar” – zijn handen schetsten in zijn notitieboek – “in een kleine zijkamer, lag een stapel jassen waar de kinderen tussen speelden”. Een pijl en wat lijnen duidde de keuken aan. “Hier stonden de oudjes, samen te drinken”. We namen nog een slok van ons bier, en toen stelde hij me de vraag terug: “Hoe zou je een Nederlandse verjaardag tekenen?”

Ik tekende een cirkel.

Zo’n 12 jaar geleden sprak ik een aantal keren met Hugo Martinez, een galeriehouder uit New York die begin jaren ’70 United Graffiti Artists oprichtte, een collectief voor graffitischrijvers in een periode waarin het schrijven in en op de stad nog een heel andere betekenis had dan de uitingen die tegenwoordig streetart worden genoemd.

Dondi, Children of the Grave Part Three, New York, 1980 (foto: Martha Cooper)

Hugo Martinez is me altijd bijgebleven. Niet alleen omdat we Puerto Ricaanse met Nederlandse verjaardagen vergeleken, en niet alleen omdat hij me destijds adviseerde nooit deel uit te maken van het kunst-establishment, maar vooral om zijn visie op graffiti, en zijn eigen ambivalente positie als galeriehouder in dat domein. ‘Legal graffiti doesn’t exist’ – zou de kop van het artikel worden dat ik over hem schreef, waarin hij betoogde dat echte graffiti en Japanse zeefdruk uit de 19e eeuw nog meer met elkaar gemeen hebben dan legale graffiti en illegale graffiti. “Er is geen relatie tussen die twee”, zei Martinez, “legale graffiti decoreert en versiert het vastgoed van een eigenaar, terwijl echte graffiti het eigendom af wil pakken, toe wil eigenen”.

Dat is een uitspraak die om moeilijkheden vraagt, en die ik toch niet wil vergeten.

Zonder vandalisme te willen romantiseren, pleit ik voor een stad waar buiten de lijntjes getekend kan worden. Streetart – wat ik een lastige term vind – die in opdracht wordt gemaakt om een gebouw of zelfs hele wijk op te fleuren, heeft op het eerste gezicht een aura van subversie, van straatcultuur, van jong en hedendaags. Maar net zoals met ieder ander kunstwerk kunnen we ons afvragen: wat zien we eigenlijk? Wat doet het kunstwerk op deze specifieke plek? Wie tekent, en wie wordt er afgebeeld? Wiens eigendom wordt hier afgepakt, of juist opgewaardeerd?

De antwoorden op die vragen kunnen verrassend, teleurstellend of hoopgevend zijn – maar laten we niet vergeten deze vragen te stellen.

Piet Parra – Spelen in de Stad, Amsterdam, 2012

Zo kan het gebeuren dat ik moet glimlachen als ik onverwachts in de Jordaan langs de Theo Thijssen school fiets, en daar de opvallende gevel bedekkende muurschildering van Piet Parra zie, gebaseerd op een dichtregel van een leerling: “Ik speel in de stad met alles wat er bestaat”. Maar eenzelfde enthousiasme krijg ik ook van een slordig gespoten zin in robijnrood, zomaar op een woning ergens in de Schinkelbuurt: “Het went niet om op half 8 op te staan”. Het eerste voorbeeld is voortgekomen uit een formele kunstopdracht aan een illustrator, ondersteund door woningcorporatie Ymere, het tweede is een nonchalante uiting waar niemand om gevraagd heeft. En precies beide maken de stad.

Protest rondom Monumento a la Independencia, Mexico Stad, 2019

Terwijl ik dit schrijf bestormen vrouwen in Mexico een monument waar niemand omheen kan, het Monumento a la Independencia, in de volksmond ‘de engel’ genoemd, een statig en geliefd beeld middenin het centrum van Mexico Stad. Na tevergeefse vreedzame protesten om femicide en geweld tegen vrouwen aan te kaarten, zonder enig resultaat, is de maat nu vol. Feministen gaan gewapend met felroze en neongroene verf het monument te lijf. De ontzetting is groot; hoe durven ze, is al dat vandalisme nu echt nodig?

Maar opeens rukken televisieploegen uit, en gaan de beelden de wereld over. Ook hier kunnen we ons afvragen, is dit streetart, is dit vernielzucht, wie schrijft er, en wat zegt deze uiting op deze specifieke plek? Om een quote uit de graffiti documentaire Style Wars aan te halen: “All you see is crime in the city” – maar zo enkelvoudig is de betekenis van tekenen in de stad nooit geweest.

Radna Rumping is curator, radiomaker en schrijver. Ze ontwikkelt artistieke programma’s bij oa de Oude Kerk in Amsterdam en Stroom Den Haag, is mede-oprichter van het radioplatform Ja Ja Ja Nee Nee Nee, en adviseert over kunst in de publieke ruimte als lid van de Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving in Utrecht. Zij is ook lid van het nieuwe Stadscuratorium in Amsterdam.