door Jolein Melis

Nederland kan iedere dag overstromen. 5 procent van de Nederlanders heeft een noodpakket in huis, terwijl ruim 50 procent in een risicogebied woont. Een kwart van Nederland ligt nu al onder het NAP, maar als de zeespiegel met vijf meter stijgt zal dat richting de helft gaan.

Hoe kan ik als ontwerper helpen als Nederland onderloopt? Ik leg de nadruk niet op wat fout kan gaan, maar probeer juist daar te helpen waar het probleem zit, zonder angst te zaaien. Mijn product moet een geruststelling uitdraagt: mensen het gevoel geven dat ze een ramp kunnen overleven. Dan raken ze niet in paniek.

Bij een overstroming kun je het beste op het dak gaan zitten. Als het water stijgt, kunnen daken oplichten. Vandaar het Dakplan: een modulaire set identieke, holle dakpannen van gerecycled plastic die in elkaar geschoven kunnen worden om samen een vlot te vormen.

Aangezien dakpannen het meest gebruikte materiaal voor dakbedekking is in Nederland, kan ik voorzichtig concluderen dat meer huizen zijn voorzien van dakpannen dan van een noodpakket.

Iedere dakpan heeft een drijfvermogen van 5 kg waardoor je je eigen drijfbare gewicht kan samenstellen. Aan de voorkant de dakpan staat uitgelegd hoe het werkt. Dat staat er in goed leesbare, verhoogde letters en een pictogram. De kans is namelijk groot dat een dijkdoorbraak ’s nachts plaatsvindt, dus in het donker.

Gezien de hoge productiekosten in deze ontwerpfase kon ik mijn dakpannen niet in gerecycled plastic uitvoeren. Het prototype is van iets soortgelijks, en ze zijn wel hol, licht, waterdicht en sterk. Als het product op de markt komt in grote hoeveelheden wordt de productie natuurlijk goedkoper.

Het Dakplan is duurzaam: voor dit reddingsmiddel wordt een bestaand product aangepast in plaats van een nieuw product toe te voegen. Mijn dakpan kost evenveel of zelfs minder dan een traditionele. De prijs van gerecycled plastic ligt tot op heden nog iets hoger dan de nieuwprijs, maar het is bij dit onderwerp juist heel belangrijk om cradle to cradle te stimuleren. Onze economie stelt winst boven leefbaarheid, en leefbaarheid is nou net het sleutelwoord van dit project.