Feministisch collectief De Bovengrondse: van Schoonheidssalon tot Femibo

Door Tracy Metz

De Willem de Zwijgerlaan werd de Mien van Breestraat, de De Clerqstraat de Tania Leonstraat. Ferdinand Bol moest Mies Bouwman naast zich dulden en Van Wou kreeg gezelschap van Suze Groeneweg. En ook op het Rokin kwam er een straatnaambord bij: ‘Beyoncé Boulevard’.

Er zijn te weinig straten naar vrouwen vernoemd, vindt feministische ‘doe-tank’ De Bovengrondse (een knipoog naar het verzet in de Tweede Wereldoorlog, de ‘ondergrondse’). In Amsterdam is maar 12% van de naar een mens vernoemde straten, vernoemd naar een vrouw, bleek uit onderzoek van De Correspondent. Ze besloten daar wat aan te doen. Twaalf vrouwen – wetenschappers, sporters en artiesten van verschillende etniciteit – kregen eindelijk, al was het maar tijdelijk, de straatnaam die ze verdienen.

De actie was een groot succes, zegt Femke Awater, lid van de Bovengrondse en werkzaam bij Pakhuis de Zwijger, en zorgde voor onverwacht veel bekendheid. Ook in andere gemeenten – ook in Goes, Ede, Utrecht, Rotterdam, Tilburg, Den Haag, Delft, Arnhem, Leiden en Nijmegen – gingen vrouwen op pad om de straatnamen vrouwelijker te maken.

De actie met het motto ‘Meer Vrouw op Straat’ haalde de pers in binnen- en buitenland, zelfs in The Economist, dat wist te melden dat in Parijs 31% van de straten naar mannen zijn genoemd en slecht 2,6% naar vrouwen. Ook daar kwam er een groep in actie, die de Pont au Change hernoemde naar danseres Josephine Baker.

De Bovengrondse is in 2017 opgericht met als doel: werken aan gelijkheid ongeacht gender. Dat doen ze door in te spelen op actuele kwesties. Zo was er #wildplasgate, een oproep aan gemeentes om meer openbare plasgelegenheden voor vrouwen te creëren nadat de Amsterdamse Geerte Piening – te gast in Stadsleven van 4 februari – daarvoor een boete had gekregen. Onlangs voerde De Bovengrondse actie voor zelfbeschikking door te demonstreren voor het makkelijker verkrijgbaar maken van de overtijdpil.

Er is meer dan ludieke actie bij het collectief, zegt Femke Awater. Er zijn talkshows in de Rode Hoed onder de treffende naam De Schoonheidssalon, netwerkbijeenkomsten met de eveneens goed gevonden naam ‘Femibo’ en binnenkort in de Melkweg de ‘New Femininity Talks’.

,,Ons feminisme is ‘intersectioneel’,” zegt Femke Awater. ,,Wij vinden dat het feminisme van nu zich ook moet bekommeren om vrouwen uit een minder goed milieu, om zwarte vrouwen, om vrouwen voor wie het glazen plafond nog niet eens in zicht is, zoals illegale schoonmaaksters met wie we nu in gesprek zijn. We noemen ons nu geëmancipeerd, maar het feminisme in Nederland is nog steeds veel te wit.”