Wat speelt er aan de voorlinie in de stad? Elke week vind je in het Stadsleven webmagazine een trend die je in de gaten moet houden. Tracy Metz was maandag bij de Dag van de Stad in Utrecht, naar voorbeeld van World Cities Day, die dinsdag 31 oktober door de Verenigde Naties wordt georganiseerd.
Dag van de Stad
De Werkspoorhal in Utrecht is een reusachtige fabriekshal die maandag gevuld was met allemaal witte opblaasbare paviljoens: de duurzame stad, de sociale stad, de ondernemende stad, de aantrekkelijke stad, de digitale stad, de gezonde stad – noem maar op! Het viel me wel op dat er geen paviljoen was voor de ‘creatieve stad’ – dat zou er tien jaar geleden zeker zijn geweest. Kennelijk is dat óf uit de mode, óf al helemaal vanzelfsprekend.
De organisatie was ook groot opgezet, door zeven ministeries, de vier grote steden, 38 middelgrote steden, de VNO-NCW, de Bank Nederlandse Gemeenten en de NGO Platform 31. Het ís ook een groot onderwerp, want in 2050 leeft 7 van de 10 mensen op aarde in een stad.
De valkuilen van een (te) succesvolle stad
Ik heb gesproken over de valkuilen van het succes. Vooral Amsterdam en Utrecht zijn nu extreem succesvol, iedereen wil in de stad zitten. Een generatie gleden keerde iedereen de stad de rug toe en trok naar het groen – en nu is de trek naar de stad de grootste sinds de Industriële Revolutie. Studenten uit binnen- en buitenland, starters die hier hun carrière beginnen en een partner zoeken, expats en laptopnomaden, vitale empty-nesters die de saaie villawijk en het onderhoud aan de tuin zat zijn en de reuring in de stad opzoeken, ultrarijken die er een tweede of zoveelste woning bezitten.
De stad vaart er wel bij en heeft er tegelijkertijd heel erg last van – we leven nu in een wonderlijke paradox. Het is mooi dat de grote vraag naar woningen leidt tot vernieuwing – er worden nieuwe typen woningen en nieuwe mengvormen bedacht, oude gebouwen krijgen een nieuw leven als woningen. En doordat er veel mensen zijn, hebben de succesvolle steden ook een rijk aanbod aan cultuur, aan winkels, restaurants.
Maar er is ook een keerzijde: de woningmarkt wordt onbereikbaar, de ongelijkheid neemt toe, de bevolking wordt steeds eenzijdiger. Je ziet al dat de binnenstad van Amsterdam het domein wordt van rijke oude witte mensen, en de reuring gaat naar de omliggende wijken.
Holland City
En de aantallen toeristen zijn ongelofelijk. In 2000 waren het 4,5 miljoen, in 2025 zullen het naar verwachting 23 miljoen zijn. En dat in een stad van nog geen miljoen! Ik sprak de directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme, Jos Vranken, en vroeg hem hoe zij daarmee omgaan. Hij vertelde me dat ze proberen Nederland nu als één grote ‘Holland City’ te profileren, waarbij de verschillende steden zich als wijken in die stad moeten zien. Lijkt me heel verstandig, want we hebben de neiging in Nederland om allemaal ons eigen wieltje te willen uitvinden. Terwijl voor een bezoeker uit Tokio of Los Angeles, de afstanden hier te verwaarlozen zijn.
Waterland-huisje: Nederlands ‘tiny house’
Er waren ook prototypen van nieuwe woonontwerpen te zien op Dag van de Stad. Het allerleukste was ‘het Waterland-huisje’, een Nederlandse variant op de Tiny House, ontworpen door Peer van Ling, Reinoud Boland en Teun de Bok. Het is een heel grappig blauw-wit huisje dat je achter je auto aan kunt trekken en overal als een soort ‘plug-in’ neer kunt zetten waar je aan kunt takken bij water, elektra en riool.
Helaas mag je van de wetgever er niet officieel in wonen: volgens de wet is de woonkamer te klein. Belachelijk, ik moet toch zelf weten of ik het groot genoeg vind? Anyway, het huisje doet nu dienst als B&B. Ik denk dat er echt een markt is voor kleine, goedkope flexibele woningen waar je overal een tijdje kunt neerzetten om daarna weer verder te trekken.
Meer lezen?
Meer trends in De Stad Nu vind je hier.