Wat speelt er aan de voorlinie in de stad? Elke donderdag vind je in het Stadsleven webmagazine een trend die je in de gaten moet houden. Vandaag: Na de ‘leefstraten’ van vorige week nu deel 2 van het thema ‘de stedeling herovert zijn stad’: de erfenis van de kraakbeweging. Wat je ook van het kraken mag vinden, de kraakbeweging heeft laten zien dat veel leegstaande panden waarde hadden – en dat je zelf in actie kunt komen om je de stad toe te eigenen.
In het Nieuwe Instituut in Rotterdam – dat is het instituut voor architectuur, vormgeving en digitale cultuur – is een tentoonstelling te zien over kraken. Die heet ‘The Architecture of Appropriation’, zeg maar de architectuur van de toe-ëigening. Dit is de laatste week van de tentoonstelling, maar toch wil ik de schijnwerpers op zetten omdat het kraken in zekere zin de bakermat is van bovengenoemde trend, van wat ik noem de ‘doe-het-zelf stedenbouw’.
Het is een kleine tentoonstelling, samengesteld door René Boer, die 5 sprekende voorbeelden heeft uitgelicht – een klein pandje in de Negen Straatjes in Amsterdam, bijvoorbeeld, een voormalig industrieterrein en een kantoorpand dat uitgeprocedeerde vluchtelingen van de actiegroep We Are Here hebben gekraakt omdat ze nergens nog opvang krijgen. In mijn vlog op mijn site kun je hem daar zelf over horen vertellen.
De sporen zijn nog te zien
Tot op de dag van vandaag zijn die sporen van die kraakbeweging nog in de steden te zien. Zonder de kraakbeweging waren veel monumentale panden verdwenen, niet allee grachtenpanden maar ook Paradiso en de Nieuwmarktbuurt in Amsterdam en Tivoli in Utrecht. De krakers lieten zien dat die gebouwen die toen echt verwaarloosd erbij hingen, waarde hadden en weer gebruikt konden worden. En in die panden kon je allerlei nieuwe gemeenschappelijke woonvormen en culturele initiatieven huisvesten.
De ironie van dit alles is natuurlijk dat het kraken de stad heeft behouden, waardoor de stad weer populair werd, waardoor elke bezemkast van 25 vierkante meter voor bedrag absurd wordt verhuurd of verkocht. Misschien is het kraken – met alle excessen vandien – zelfs té succesvol geweest!
De tanks rolden door de straten
Mijn allereerste werkdag als piepjonge verslaggever bij Het Parool was 3 maart 1980 – de dag dat de tanks door de Vondelstraat rolde om een krakersbolwerk te ontruimen. Ik keek mn ogen uit! Zeker met mijn Amerikaanse achtergrond, waar ‘property rights’ heilig zijn. Maar iederéén keek z’n ogen uit, want het was een schok dat de overheid tanks tegen de eigen burgers inzette – dat is godzijdank iets zeldzaams hier. Vergeet niet dat het kraken toen niet illegaal was – als je een bed, een tafel en een stoel neerzette kon je zeggen dat je daar woonde. Pas in 2010 is het kraken illegaal geworden.
Ik vond het ook bijzonder dat de overheid niet alleen erop los ging meppen, maar met de krakers in onderhandeling ging. De overheid erkende dus dat ze wel een punt hadden, en dat het niet juist was dat veel eigenaren hun panden leeg lieten staan om ermee te speculeren.
De krakersbeweging is midden jaren zestig begonnen, in Amsterdam en daarna Utrecht. Het ging toen om woonruimte en een leefbare binnenstad. Maar zoals wel meer gebeurt met bewegingen die idealistisch beginnen is ook het kraken afgegleden in eigenrichting en ook geweld. Ik woonde zelf in de jaren tachtig in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam en ik heb dat proces zich zien voltrekken.
ADM = Amsterdam Doe-het-zelf Maatschappij
Ik wil hier niet het kraken goedpraten, maar wel om te zeggen, zoals René Boer met die tentoonstelling laat zien, dat het veel heeft betekend voor de stad nu. De scheepswerf ADM, het Amsterdamse Droogdok Maatschappij, heeft de afkorting ADM veranderd in Amsterdam Doe-het-zelf Maatschappij. Overigens wordt dit terrein binnenkort ontruimd, zoals in het NRC van gisteren werd beschreven – er is na vele jaren nu een huurder gevonden.
De leefstraten waar ik het vorige week over had, zijn veel liever, en gaan in samenwerking met de gemeente, net als de Britse Play Up beweging die straten voor het verkeer afsluit zodat kinderen weer op straat kunnen spelen. Maar ze duiden op dezelfde trend: met het kraken als – extreem – voorbeeld, én door de economische crisis, is de stedeling een stuk zelfredzamer geworden.