Het calimerocomplex van Amsterdam – Essay ‘Vlucht naar Voren’

28 November organiseren we een speciale live editie van het multimediaproject Tracy in Nederland waarin we met makers en meedenkers een heel bijzondere blik op Nederland werpen aan de hand van de thema’s wonen, water en vrije tijd. Onderdeel van Tracy in Nederland is het essay Vlucht naar Voren waarin Tracy Metz de balans opmaakt. Waar staan we nu in de stad en vooral: waar moeten we heen? Hieronder een voorproefje uit dit essay.

Het calimercomplex van Amsterdam

Veel steden, en dan in Nederland vooral Amsterdam, hebben in slechts een paar jaar tijd een grote sprong gemaakt. De trek naar de stad is de grootste sinds de Industriële Revolutie. Nieuwe bewoners, toeristen, bedrijven – de stad is in een stroomversnelling geraakt. Dat snelle succes is namelijk ook een last, zeker in het kleine Nederland dat nog steeds lijdt onder een Calimero-complex en niet gewend is aan het powerplay van grote spelers die voet aan de grond in de stad willen krijgen. We krabbelen net weer omhoog uit de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en nu al dreigt het nieuwe succes tot andere crises te leiden: op de woningmarkt, in onze relatie tot het toerisme, tot de grote tech bedrijven en buitenlandse beleggers. De nieuwe uitdagingen voor de succesvolle steden in de wereld liggen in het managen van het teveel.

Aan de randen van het land zijn de thema’s krimp, vergrijzing en leegloop. Het is heel moeilijk om Noordoost-Groningen en Zuid-Limburg leefbaar en aantrekkelijk te maken en te houden terwijl de bevolking vergrijst en de jongeren wegtrekken naar de stad. In zijn boek ‘De Antistad’ spreekt Maurice Hermans over de noodzaak om ‘kleiner te groeien’ – zeg maar de stad op maat maken. In Heerlen, waar hij vandaan komt en nog steeds woont, wordt de bebouwing ge-downsized om beter bij het slinkende inwonertal te passen. Als er weer verouderde woningen worden gesloopt noemen ze het in Heerlen een ‘slopening’. Je kunt er maar beter een feestje van maken.

calimerocomplex-twitter

Managen van het teveel

In vooral Utrecht en Amsterdam, waar ik zelf woon, is het tegenovergestelde aan de hand. Rotterdam maakt weer groei mee, Den Haag ook maar dan in aanpalende gemeenten. Het kan heel goed zijn dat de volgende crisis met de euro eraan komt, maar met de stad gaat het goed. Heel goed. Misschien te goed. Iedereen wil in de stad zijn, die als een spons de omgeving lijkt leeg te zuigen om dan zelf uit z’n voegen te barsten. Studenten uit binnen- en buitenland, starters die hier hun carrière beginnen en een partner hopen te vinden, expats en laptopnomaden, vitale empty-nesters die de saaie villawijk en het onderhoud aan de tuin zat zijn en de levendigheid in de stad opzoeken, welgestelden en ultrarijken die er een tweede of zoveelste woning bezitten. En, in overweldigende aantallen, toeristen.

Er drukken nu grote krachten op de stad, groter dan Amsterdam en Nederland gewend zijn. We maken tegelijk zowel schaarste mee als overdaad. Schaarste aan woningen: een woning is eerst niet te vinden en dan niet te betalen, behalve door de gevestigden en welgestelden. Schaarste aan ruimte: de straten slibben dicht door de grote aantallen toeristen, die alleen maar groter gaan worden. Daartegenover staan grote spelers met diepe zakken, bijvoorbeeld Airbnb die voor het gevoel van veel stedelingen de stad overneemt. Er zijn grote bedragen neergeteld voor nieuwe luxehotels in karakteristieke panden die bepalend zijn in het straatbeeld. Het geld van buitenlandse beleggers die hier in woningen willen investeren, klotst tegen de plinten – er biedt zich meer geld aan dan er ‘product’ te kopen is. Andere grote spelers in de stad van nu zijn de tech bedrijven, die digitale snufjes en systemen aanbieden waarmee elke stad zich smart kan noemen. Wie wil tegenwoordig niet smart zijn? Maar achter alle sensoren en gps-diensten en wifipalen en controlekamers ligt de dieper vraag: welke voorwaarden stel je als stad aan de tech jongens om ervoor te zorgen dat je niet willoos door de snelle ontwikkelingen wordt meegesleurd? De technologie moet de stad en haar burgers dienen, die bovendien huiverig zijn om dit digi-gemak met onze data te betalen.

Powerplay in ons voordeel wenden

Vanuit Heerlen of Appingedam lijken het misschien luxeproblemen, maar de druk op de stad en zijn bestuur, zijn inrichting en zijn sociale verbanden groeit. Amsterdam, een stad van nog geen miljoen inwoners, heeft ontdekt dat het tot zijn schrik in de liga van de grote spelers meespeelt. Natuurlijk is het vleiend om het gevraagde meisje te zijn, maar deze powerplay en de gevolgen ervan hebben de stad overvallen.

Begrijp me goed, het is niet a priori slecht voor de stad dat er grote belangen omheen cirkelen die op zoek zijn naar opportunities en er hun geld willen laten landen. Als we slim zijn, en alert, zelfs gehaaid, dan kunnen we er heel veel aan hebben. Maar we moeten ze wel naar onze hand weten te zetten, en niet andersom. Die diepe zakken moeten aan de stad ten goede komen, en niet alleen aan aandeelhouders in Silicon Valley of aan pensioenfondsen in Duitsland of aan het hof van Qatar. Dat is de vlucht naar voren, één van de vluchten, die we moeten maken.

Meer lezen?