Het einde van het platteland is nabij (en daarmee van de stad) – Column Jan-Willem Wesselink

De uitslag van de Brexit toonde een diepe kloof tussen stad en land. In Stadsleven ‘De Stad en de Rest’ onderzoeken we hoe het met deze kloof in Nederland is gesteld. En wat is de toekomst: meer macht aan de stad of weer op één lijn proberen te komen? Jan-Willem Wesselink,hoofdlaborant van het Kennislab voor Urbansime, schrijft over het steeds dichterbij bij elkaar komen van de stad en het platteland. Verdwijnt het platteland, of is het de stad die aan het verdwijnen is? 

Stedelingen en plattelanders verschillen niet meer van elkaar

Volgens Ray Kurzweil gaat de stad verdwijnen. Ik denk het niet en daar schreef ik een blog over waar ik veel positieve reacties op kreeg. En dat is leuk. Maar ik ging ook twijfelen. Want klopt het nou echt dat steden straks nog nut hebben? Of willen we het zo graag dat we niet kijken naar wat er echt aan de hand is? En ik kwam tot de conclusie dat ik het niet goed zag. Steden verdwijnen niet, wat verdwijnt is het platteland. Of beter gezegd, het verschil tussen stad en platteland. Er bestaan geen verschillen meer tussen stedelingen en plattelanders. Althans, die hebben niet te maken met het feit dat ze stedeling of plattelander zijn. En daarmee verdwijnt het platteland. Of de stad, het is maar hoe je het bekijkt.

Wat me aan het denken zette was een discussie op twitter met Bart Vink over wát kwaliteit van leven is. Dat is natuurlijk nogal subjectief. Maar hoeveel ik zelf ook van de stad hou, ik hou ook van het platteland waar ik vlakbij woon. Ik hou van de rust die daar is, van de donkere nachten, van de kilometerslange lege weggetjes waar je heerlijk alleen kunt hardlopen. Die rust en leegte is ook levenskwaliteit.

3326557634_c34a1641e8_o

Credits: FaceMePLS

Het platteland als stad van hoge kwaliteit

Tegelijkertijd is het buitengebied net zo goed verbonden met de wereld als de stad. Er is vrijwel overal snel internet en er zijn misschien steeds minder winkels, de bezorgbusjes komen overal. En maar weinig mensen wonen heel ver van een ziekenhuis. Nederland kent geen achtergebleven gebieden. We zijn geen Schotland of Zweden. We zijn Nederland, waar niemand op meer dan 35 kilometer van de snelweg woont en iedereen overal mobiel internet heeft. Ons platteland is een soort stad met een hele lage dichtheid en een hoge kwaliteit. Waarin koeien zijn vervangen door sierpaarden en tractoren door drones.

Een kennis van me die een boerderij runt, klaagde laatst dat zijn kinderen zo weinig buiten speelden, verslaafd als ze waren aan smartphones en playstations. Op het platteland wonen mensen die net zo stedelijk zijn en denken als de bewoners van die steden zelf. In alle variaties die daar bij horen trouwens. Die er vaak ook werken, congressen bezoeken, naar concerten gaan en wat je niet meer in de stad kan doen. Dat ze daar wat verder voor moeten reizen, is een keuze. De toevallige ontmoetingen, waar de stad zo om geroemd wordt, die zoeken ze op. Of ze mijden het bewust. Want zo leuk is dat aspect van de stad lang niet voor iedereen. Bewoners klagen dat de stad een pretpark is en Jeroen Niemans concludeerde in een andere discussie op twitter terecht dat de stad een megadiscotheek is geworden waarin iedereen op zoek is naar de ander. Dat heeft ook wel iets sneus in zich.

Ik hou heel erg van de stad. Van de drukte en de rare mix met van mensen. Ik word rustig van Times Square. Maar ik ben ook blij als ik ’s avonds weer thuis ben waar het donker en stil is. En ik ben heel erg benieuwd hoe dat deel van Nederland zich de komende vijftien jaar gaat ontwikkelen als echt alternatief voor de stad. Misschien krijgt Kurzweil toch wel gelijk.

Een eerdere versie van deze column is gepubliceerd op Kennislab voor Urbanisme.

Meer lezen?

Lees meer blogs en columns in ons dossier  ‘De stad en de rest’.