De Brexit toonde een diepe kloof tussen stad en land. In Stadsleven ‘De Stad en de Rest’ onderzoeken we hoe het met deze kloof in Nederland is gesteld.En wat is de toekomst: meer macht aan de stad of proberen op één lijn te komen? Bettina B. Bock, zij gaf 20 september haar inaugurele rede als hoogleraar leefbaarheid in Noord-Nederland aan de universiteit Groningen, kijkt naar verhouding tussen Randstad en Randland.
Ligging en marginalisering
De sociale ongelijkheid in Europa neemt toe en dat komt in toenemende mate ook ruimtelijk tot uiting. Het verschil in welvaart groeit niet alleen tussen de lidstaten van de Europese Unie, maar ook binnen landen groeit de scheiding tussen rijkere en armere gebieden. Het zijn veelal de grootstedelijke gebieden die welvarender worden, terwijl de welvaart in de afgelegen, dunner bevolkte gebieden afneemt.
Het is niet simpelweg een verschil tussen stad en land: er zijn ook arme steden en welvarende plattelandsgebieden, en ook in rijke steden wonen arme mensen. Toch spelen landelijkheid en ligging een belangrijke rol in processen van marginalisering. Het zijn vooral de landelijke gebieden die ver af liggen van de metropool, die verliezen in het proces van verstedelijking – bewoners, werkgelegenheid, inkomen, voorzieningen.
Randstad en Randland
Dat is ook in Nederland het geval. De zogenaamde ‘krimpgebieden’ waar de bevolking daalt, zijn in meerderheid landelijk. Ze liggen verder bijna allemaal in grensgebieden, aan de randen van Nederland. Vandaar dat Meier, Reverda en van der Wouw deze gebieden ook als ‘Randland’ omschreven hebben. Een interessante woordkeuze – juist door de variatie op ‘Randstad’. Randland is veelal land – niet stad; ligt aan de rand – maar wellicht vooral in overdrachtelijke zin. Ook de Randstad bevindt zich immers aan de rand van het land, de zee, terwijl Parkstad Limburg uitkijkt op een dichtbevolkt en rijk Europees achterland.
De term ‘Randland’ weerspiegelt het perifere gevoel dat in de krimpgebieden sterk leeft. Alle ogen zijn gericht op de Randstad als vermeende motor van het land, en aandacht en middelen gaan op in de Agenda Stad die de waarde van het land erbuiten lijkt te ontkennen. Deze verstedelijking van politiek en beleid voedt niet alleen de welvaart van de stad. Het stimuleert tegelijk de trek naar de stad en ondermijnt de welvaart van de gebieden in de zogenaamde periferie.
Stad en land hebben elkaar nodig
Bevolkingsdaling betekent namelijk meer dan alleen een daling van de bevolking. Het verandert ook de samenstelling ervan omdat vooral de jonge, hoger opgeleide bewoners met een relatief hoger inkomen verhuizen. Als dit proces doorzet vinden we in deze meer afgelegen gebieden een concentratie van oudere, minder hoog opgeleide, werkloze bewoners, met minder inkomen, een lagere levensverwachting, en met minder vertrouwen in de toekomst en in de politiek.
Tegelijk leidt de herstructurering van de welvaartsstaat tot het verdwijnen van voorzieningen. Het is immers lastig om in de zwarte cijfers te blijven als de kosten voor elk gebied apart berekend worden en in jouw gebied het aantal bewoners daalt. Je zou ook van een gemiddelde kostprijs in Nederland uit kunnen gaan. Of je zou in plaats van kosten van investeringen kunnen spreken. Investeringen in voorzieningen die belangrijk zijn om de vitaliteit van een gebied te waarborgen. Dat betekent niet dat alles bij het oude moet blijven en dat we alle voorzieningen in stand moeten houden. We moeten wel beseffen dat het vinden van nieuwe oplossingen niet vanzelf gaat en vitale, weerbare en optimistische bewoners en bestuurders vergt. En dat maakt het nodig om te herkennen dat ook deze gebieden en bewoners waarde hebben en aandacht verdienen.
Het land bestaat niet alleen uit een metropool of ‘de stad’. En stel je voor dat iedereen in Amsterdam wilde leven? Voor een hoge kwaliteit van leven hebben stad en land elkaar nodig. In Nederland is de rand bovendien altijd dichtbij.
Meer lezen?
- Lees meer blogs en columns in ons dossier ‘De stad en de rest’.