Groter en beter: China’s megapolisme – Column Ruben de Bie

China als land waar in een razendsnel tempo steden uit de grond worden gestampt en enorm veel mensen van het platteland naar de stad trekken. In Stadsleven ‘Aan de horizon: China‘ onderzoeken we wat voor soort steden zo gecreëerd worden.  Welke negatieve gevolgen heeft deze bouwmanie, maar ook: welke kansen brengt dit met zich mee? Ruben de Bie is sinoloog en woont voor zijn baan als senior associate bij de Gerson Lehrman Groupeen kennisplatform voor investeerders en bedrijven. Hij geeft ons een impressie van het leven in de metropolissen van het Chinese vasteland.

1 miljard stedelingen

Vóór het krijgen van kinderen in China aan banden werd gelegd, heerste er Mao’s mantra “met meer mensen sta je sterker.” Daarvoor golden de natuurwetten van een sedentaire samenleving zonder voorbehoedsmiddelen. Het resultaat heden ten dage: 1,3 miljard mensen binnen de grenzen van de Volksrepubliek. Waar laat je die mensen? In steden, voornamelijk.

In 2030 zullen volgens de Wereldbank ongeveer 1 miljard Chinezen in steden wonen, zo’n 300 miljoen meer dan nu. Een grote sprong voorwaarts in de richting van welvaart en beschaving, vindt de heersende klasse. Mits het hoofd geboden wordt aan: efficiëntie, inclusiviteit en duurzaamheid. Nobele doelen. Maar er gloort ook absolutisme aan de urbane horizon.

Credits: Julia van der Krieke

Credits: Julia van der Krieke

Bouwmania: van A naar Beter

Na de Tweede Wereldoorlog is er veel gebouwd in China, net als overal ter wereld – het einde van de oorlog is ten slotte alweer 70 jaar geleden. Het wondere aan China is echter dat die bouwmania, na een dipje in de jaren ’60 en ’70, tot vandaag in hevigheid toeneemt. Nieuwe complexen, nieuwe wijken, nieuwe districten en soms zelfs nieuwe steden worden uit de grond gestampt.

Gelukkig veranderen smaken als het om bouwstijl gaat. Loop vanaf Den Haag Centraal over de turfmarkt en aan je linkerhand zie je wat ik bedoel. Zo afzichtelijk dat je je afvraagt wie dat ontwerp ooit heeft kunnen goedkeuren. Mao Zedong misschien?

Ook in China is de bouwsmaak sinds de jaren ’80 godzijdank vooruit gegaan. Zelfs de badkamertegeltjes waarmee ieder nieuw gebouw in het land jarenlang is bedekt, verliezen nu in grote steden aan populariteit. Je ziet weinig nieuwe Disney-achtige wanprojecten.

Credits: Julia van der Krieke

Credits: Julia van der Krieke

Aan de andere kant verliezen Chinese steden met de nieuwe orde hun speelsheid en openheid. Het nationale bestuur spreekt zich de afgelopen twee jaar regelmatig uit tegen “vreemde buitenlandse architectuur”, waarmee het CCTV gebouw van Rem Koolhaas vaak in één adem genoemd wordt.

Excentrieke gebouwen zijn slechts een handjevol prestigeprojecten in Central Business Districts. Wat écht bepalend voor het Chinese stadsleven is, is het zich ontvouwende landschap van ommuurde appartementencomplexen, dat tot ver op het suburbane platteland reikt. De oude communistische werkeenheden zijn er gemoedelijk bij.

Credits: Julia van der Krieke

Credits: Julia van der Krieke

Van dorpen in steden naar steden in dorpen

Misschien maakt het allemaal niet zoveel uit, dat China’s stedelijke gebied op een Ikea-catalogus voor woontorens begint te lijken. Uiterlijke schijn. Wie weet wordt het wel heel gezellig in de buitenwijken als de huizenmarkt in elkaar stort en migrantenarbeiders zich een nieuw koopappartement kunnen veroorloven.

De “Urban Villages” waar nog steeds veel migrantarbeiders in grote steden wonen, zijn indrukwekkende labyrinten van donkere steegjes tussen over elkaar heen gebouwde cementblokken. Eetstalletjes. Spelende kinderen. Mensen die elkaar iets toeschreeuwen. De weg wordt versperd door een stapel matrassen die van een bakfiets gelost wordt. Charmant en levendig en vies.

Luxe is er ver te zoeken. In een ander land was zo’n migrantenwijk een slum genoemd. Dan is een suburbane mega-Bijlmer zo slecht nog niet. Al is het wel aan te raden om dan ook te investeren in de juiste mix van leeftijden en beroepen, en toegang tot voorzieningen als onderwijs en zorg. Anders zit heel China straks met de brokken, wanneer sociale mobiliteit afneemt en inkomensongelijkheid niet verandert (Gini coëfficient 2015: 0,46). Dat is de eerste uitdaging.

Credits: Julia van der Krieke

Credits: Julia van der Krieke

De uitdaging van duurzame efficiëntie

Uitdagingen duurzaamheid en efficiëntie springen even zeer in het oog. Luchtvervuiling is de meest beklaagde duivel, maar niet de gladste. Loop op een nationale feestdag door Beijing, Wuhan of Chongqing en je vraagt je af waar die blauwe lucht zich gewoonlijk verstopt – simpelweg omdat de fabrieken stilliggen en er minder auto’s rijden. Ook Londen is ooit de smoghoofdstad van de wereld geweest. Afschuwelijk voor de mensen van toen, maar daar merk je nu weinig meer van.

Een “duurzame stedelijke delta,” dat is wat China nodig heeft, en wat het economische netwerk van de Nederlandse Ambassade en Consulaten in China verkoopt. Maar ook Rome is niet in één dag gebouwd. De Chinezen zijn zelf heer en meester in het infrastructurele werk – aan de doorlooptijd van de gemiddelde Chinese brug of hogesnelheidslijn kan het projectmanagement van de Noord-Zuidlijn nog een puntje zuigen. Als het geld uit de staatskas blijft rollen dan zien we in China binnenkort een aantal efficiënt geïntegreerde metropolen.

Wat kan beleid betekenen?

Het langdurig opschonen en geavanceerder maken van industrie is helaas niet zomaar met een bak poen op te lossen. Overheidspogingen blijven steken bij ad hoc projecten. Een “Low Carbon Zone” waar een startup in emissiehandel in leven wordt gehouden met subsidiegeld. Een kantoorgebouw dat windenergie kan leveren maar niet op het elektriciteitsnet aangesloten kan worden. Een paar elektrische auto’s die op energie uit een kolencentrale rijden.

Een brug in Chongqing - de grootste stad die niemand kent - op een nationale feestdag, met een zeldzame blauwe lucht. Credits: Ruben de Bie

Een brug in Chongqing – de grootste stad die niemand kent – op een nationale feestdag, met een zeldzame blauwe lucht. Credits: Ruben de Bie

Dan denk ik aan het dorpje Guiyu in Zuid-China, dat tot een paar jaar geleden het globale centrum van elektronica afvalverwerking was. Tienduizenden mensen haalden er handmatig onderdelen, koper en ander recyclebaar materiaal uit oude elektronica. Plastic behuizingen werden op straat weggekookt, en alle kindjes hadden loodvergiftiging. Toen heeft het recyclen van waardevoller e-waste zich verplaatst naar grote fabrieken met geavanceerde scheidingstechnologie, en andere onderdelen waren niet meer rendabel in China. Als overheid, ambassade of als aanbieder van duurzame technologie kun je niet meer doen dan aanvullen op economische trends.

De weg naar beschaving?

China’s megapolisme houdt het leven spannend. Iedere keer dat ik iemand spreek over het aantal inwoners van Shenzhen of Shanghai komt er een miljoen bovenop. Angstaanjagender is echter de opmars van functionalistische uniformiteit, die verder reikt dan bouwstijl. In de naam van beschaving wordt in sommige steden tegenwoordig korte metten gemaakt met restaurantjes die tafels en krukjes op straat durven te zetten. En ook met mensen die een discussie aangaan waar dat niet gewenst is. Waar het heen gaat met de Chinese steden weet ik niet. Maar tot het zover is, maak je er de gekste dingen mee.

Meer lezen?

Lees meer column en blogs over Stadsleven ‘Aan de horizon: China’ in ons dossier.