Vijftig jaar na Provo: de witkar e.nul – Column Tijs van den Boomen

Weg van het idealisme, duurzaamheid is iets geworden waar steden goed aan kunnen verdienen, een echte business opportunity. Waar liggen onze kansen? Tijs van den Boomen, journalist Openbare Ruimte, sprak tijdens de live talkshow ‘Green Business’ deze column uit over hoe elektrische auto als opslag van groene energie kan dienen waardoor de auto van kostenpost in productiefactor verandert.

Tijdens de smog van december 1952 vielen er in Londen door de uitstoot van zwaveldioxide ruim 10.000 doden. De vijand van weleer is de auto niet meer, maar een vriend is hij evenmin. Maar dat kan hij wel worden. Onverbiddelijk zullen auto’s de komende decennia veiliger, zuiniger, schoner en stiller worden en dat zal enorme gevolgen hebben voor onze steden. Drie tendensen springen in het oog.

Trends auto’s in de stad

De elektrische auto wordt volwassen. Toen Tesla in maart zijn nieuwe Model 3 introduceerde, kreeg het in drie weken bijna 400.000 vooruitbestellingen. Shanghaj kondigede aan volgend jaar te stoppen met de Formule 1 Races en wil die vervangen door een Formule E.

Een tweede trend is het autodelen. Daimler Benz introduceerde al in 2011 de Car2Go, een witte Smart met het gebruiksgemak van een smartphone. Eigenlijk is de Car2Go de commerciële erfopvolger van de witkar van de provo’s, die officieel de ‘Elektriese Munt-Oto’ heette. In Rotterdam sloot BMW onlangs een deal met aannemer Heijmans. Wie een appartement koopt in Het Timmerhuis krijgt een pasje waarmee hij een van de elektrische BMW I3’s uit de parkeergarage kan gebruiken.

Een derde trend zijn de zelfsturende auto’s. Een test op de A2 liet onlangs zien dat het op de snelweg al kan. Anderhalve week geleden beloofden de verkeersministers van de EU dat de wetgeving voor zelfsturende auto’s in 2019 rond is.

Tegenlicht2

Screenshot LomboXnet in Tegenlicht

200.000 laadpalen voor elektrische auto’s

De elektrische, zelfsturende deelauto ligt dus onder handbereik. Maar de invloed van de computer gaat veel verder dan de besturing van de auto sec: data-analyse en algoritmes zullen het verkeer en de inrichting van onze infrastructuur ingrijpend veranderen. Ben Evans, een Engelse mobiliteitsexpert, zei in een lezing voor Apple dat alles binnen afzienbare tijd draait om het optimaliseren van een vloot zelfrijdende auto’s in real-time: ‘Waar zijn de auto’s nu en waar wil je dat ze over 17 en 34 minuten zijn om het aantal ritjes, het verkeer en de wachttijden te minimaliseren?’

Landschapsarchitectenbureau Okra deed in opdracht van Agentschap NL onderzoek naar de vraag hoe we die auto’s op gaan laden. Want een gebruiksvriendelijke oplaadstructuur is volgens TNO, samen met een vergroting van de actieradius, cruciaal voor de ‘uitrol’ van elektrische auto’s.

Directe aanleiding voor het onderzoek was de wildgroei aan oplaadpalen, waarvan er eind 2015 in Nederland bijna 7.500 stonden, plus 10.500 semipublieke. Gemiddelde is dat één paal op elke vijf elektrische auto’s die rondrijden, dus als er in 2025 volgens plan een miljoen elektrische auto’s zijn, zou je 200 duizend oplaadpalen nodig hebben. Waar moet je die in ’s hemelsnaam laten?

Dat probleem bleek niet zo moeilijk op te lossen: een discrete oplaadstoeprand met geïntegreerde snoer en stekker zou al een flinke verbetering betekenen, of een parkeervak met inductiespoelen die de auto, net als een elektrische tandenborstel, zonder snoer opladen. Daarmee zou het visuele probleem opgelost zijn.

Maar daarmee zou je voorbij gaan aan de nieuwe kansen die de elektrische auto biedt. Of nog verder uitzoomend: aan wat elektrische mobiliteit voor de stad betekent. Want het gaat natuurlijk net zo goed om elektrische fietsen, boten, kabelbanen, rollende trottoirs en openbaar-vervoersystemen. Wat blijkt: de sleutel tot de elektrische stad ligt bij de accu.

Screenshot LomboXnet in Tegenlicht

Screenshot LomboXnet in Tegenlicht

De accu als sleutel tot elektrische stad

Zonnepanelen op het dak en windturbines aan de rand van de stad kampen met een groot probleem: hoe sla je de stroom op? Anders dan benzine kun je stroom namelijk niet gemakkelijk op voorraad houden en de zon schijnt niet precies op die momenten dat wij behoefte hebben aan energie, ook de wind hebben we voorlopig nog niet onder controle.

En daar komt de auto om de hoek kijken: de accu’s van geparkeerde auto’s – een auto staat gemiddeld 95 procent van de tijd stil – zijn daar heel geschikt voor. Stilstaande auto’s zijn dan ineens geen kostenpost meer, maar een productiefactor.

Een slim elektriciteitsnet, oftewel een smart grid, maakt het mogelijk om verbruik en productie van stroom op elkaar af te stemmen. Nieuwe elektriciteitsleidingen zijn niet nodig, slimme meters volstaan: daarmee kun je vraag en aanbod voorspellen en op basis daarvan doorlopend actuele prijzen vaststellen. De automobilist is overdag dus consument en ’s nachts producent.

Maak het voor burgers aantrekkelijk om zelf energie op te wekken en ter beschikking te stellen, dan ontwikkelt zich bottom-up een ecosysteem voor elektrische mobiliteit. Elk extra zonnepaneel om stroom op te wekken en elk nieuw oplaadpunt om die stroom vervolgens te delen, versterkt het benodigde netwerk en verlaagt de drempel voor nieuwe deelnemers. En zo raken stad, vervoer en energie raken organisch met elkaar verknoopt.

Screenshot LomboXnet in Tegenlicht

Screenshot LomboXnet in Tegenlicht

Voor je boodschappen betalen met energie

Nergens kun je concreter en begrijpelijker gestalte geven aan deze verknoping dan op wijkniveau. De wijk is niet alleen een kader dat mensen kunnen bevatten, het is ook in energietermen een logisch schaalniveau omdat het zich bevindt tussen het hoogspanningsnetwerk voor transport en het laagspanningsnet dat de stroom aan huis bezorgt. Als je het verbruik en de opwekking van energie op dit niveau in balans krijgt, dan kan bovendien de kostbare uitbreiding van het hoogspanningsnet achterwege blijven.

De auto zal ook stations en stationsgebieden een krachtige impuls geven. Nu al zijn stations magneten voor stedelijke ontwikkeling. Kijk maar naar de kantorenleegstand: alle kantoren die per openbaar vervoer niet goed bereikbaar zijn doen het slecht. Snelweglocaties zijn uit, mensen kiezen voor multimodale knooppunten – oftewel plekken waar je met meerdere soorten vervoermiddelen, dus óók met de auto, kunt komen.

Dankzij de elektrische auto zullen voorstadstations uitgroeien tot e-hubs, waardoor alle auto’s met een verbrandingsmotor uit het centrum kunnen worden geweerd – de bestuurder kan te voet, met het ov of per e-bike of e-car de stad in. Elektrische auto’s blijven gewoon welkom in de binnenstad, je wilt alleen de vervuiling kwijt, niet de auto zelf want die zorgt zeker ‘s avonds en ’s nachts voor sociale veiligheid – kijk maar hoe naargeestig en eng voetgangerszones na sluitingstijd zijn.

Als het merendeel van de auto’s eenmaal elektrisch is, kunnen steden volledig worden geëlektrificeerd. Dan wordt het rendabel om wegen van stroken te voorzien met inductiespoelen, die de auto’s die eroverheen rijden automatisch opladen. Auto’s worden dan leveranciers van energie, in plaats van alleen passieve opslagcapaciteit of, nog ouderwetser, energieslurpers.

Parkeergarages worden power houses, waar de stroom van de auto’s wordt afgetapt. Mogelijk gaan winkelcentra klanten betalen om met hun auto naar hen toe te komen, of gaan klanten met energie voor hun boodschappen betalen. Dat klinkt misschien absurd, maar nu al is parkeren voor bedrijven als Ahoy en Schiphol een belangrijk onderdeel van hun businessmodel.

De witkar die de stad van elektrische energie voorziet, de provo’s zouden er van gesmuld hebben.

Meer lezen?

  • Deze column is deels gebaseerd op het openingsessay dat Tijs van den Boomen schreef voor het onderzoek E-city van Okra Landschapsarchitecten. Deze studie is hier te downloaden.
  • Lees meer column en blogs over Stadsleven ‘Green Business’ in ons dossier