De hobbelige realiteit voor hedendaagse stadmakers

Waar zijn de grote verhalen, de plannen op stadsniveau en de visionairs gebleven? Op maandag 26 oktober bediscussiëren we in Stadsleven ‘Make no small plans’ top-down, bottom-up en in-between stadsplannen maken. Uit het artikel ‘Er kan zo veel, maar we doen zo weinig’ in de Groene Amsterdammer vorige maand bleek dat het voor bottom-up stadmakers niet alleen lastig is projecten van de grond te krijgen, maar vooral ook dat er problemen zijn met het toekomstbestendig maken hiervan. Daarom interviewde Max Niekus, stagiair bij Stadsleven, drie stadmakers over waar ze tegen aanlopen en welke oplossingen daarvoor mogelijk zijn.

De nieuwe stadmakers

‘Stadmakers’ worden tegenwoordig geroemd in het huidige discours rondom stedelijke vraagstukken om hun creatieve en innovatie oplossingen. ‘Stadmaken’ is echter geen gemakkelijke opgave en zonder duidelijke missie of visie red je het niet. Daaraan ontbreekt het de volgende drie succesvolle stadmakers die ik geïnterviewd heb niet. Jesse Jop Jorg, oprichter van WeTheCity, richt zich met projecten als Bankjescollectief en de Parkotheek op de potentie die schuilt in de gebruikers van de stad. Steven Delva is oprichter van DELVA Landscape Architects en was een van de initiatiefnemers van De Ceuvel, het circulaire project in Amsterdam-Noord en oprichter Circulair BuiksloterhamDirk van Peijpe, stedenbouwkundige en oprichter van De Urbanisten, richt zich op stedelijk ontwerp en onderzoek waarin systemen als water en energie een grote rol spelen. Zo realiseerden zij het Waterplein in Rotterdam en werken zij aan de klimaatbestendige inrichting van het aanliggende Zomerhofkwartier.

Tijdens het uitvoeren van hun plannen en projecten lopen stadmakers echter vaak tegen allerlei problemen op. Een veel gehoorde klacht gaat over de rol en het functioneren van instanties binnen de verschillende overheden. “Ambtelijke instanties zijn er steeds meer gekomen om te toetsen in plaats van te ontwerpen, waarop zich niks mis mee is”, stelt Steven Delva. “Alleen kunnen ze het organisatorisch gewoon vaak niet bolwerken, vaak door een gebrek aan mankracht en de vele non-reguliere plannen die nu ontstaan door stadmakers.” Jesse Jorg stoort zich vooral aan het gebrek aan mogelijkheden tot invloed bij de vormgeving van de publieke ruimte. “Als de gemeente een opdracht geeft voor het transformeren van een plein, dan beperkt de opdracht zich vaak tot de oplevering van het plein, met in wisselende mate een rol voor de gebruikers. Vervolgens is er vrijwel nooit ruimte om het plein vervolgens aan te passen aan de hand van hoe het functioneert.”

De Ceuvel: voorbeeld van het nieuwe stadmaken. Credits: Sharon van der Kaay

De Ceuvel: voorbeeld van het nieuwe ‘stadmaken’. Credits: Sharon van der Kaay

Het ontbreekt hen vaak aan goede communicatiekanalen tussen stadmakers en beleidsmakers, wat onder meer komt doordat er geen duidelijke visie of beleid is binnen gemeentes hoe er met deze partijen om moet worden gegaan. Gemeentes zijn vaak wel erg geïnteresseerd, maar willen zich bijna nooit committeren aan projecten, vooral als ze niet binnen het normale stramien passen.

Dirk van Peijpe noemt het ontbreken van een richtinggevende visie op de stad bij overheden als een belemmering bij het ‘stadmaken’: “Als de overheid alleen faciliteert en ‘duizend bloemen laat bloeien’, mist men de kans om een eigen verantwoordelijkheid te nemen. Er is een perspectief op de stad nodig om duidelijke keuzes te maken en die als overheid ook uit te dragen. En daar horen ook lef en een zeker leiderschap bij.”

Wie neemt het voortouw?

Maar niet alleen de overheid heeft moeite met het nieuwe ‘stadmaken’. Ook het fenomeen zelf, dat nu vaak slechts functioneert op het enthousiasme, middelen en netwerken van deze geëngageerden die iets voor de toekomst van de stad willen betekenen, zorgt voor hobbels. Door een teruggetrokken rol van de overheid ontstaat er vaak een vacuüm waarin partijen niet helemaal zeker weten hoe zij met elkaar om moeten gaan. “Op het moment dat er beslist moet worden, wordt er dan ook echt beslist?”, vraagt Steven Delva zich af. De besluitvorming verloopt tot nu toe soms moeizaam bij bijvoorbeeld Buiksloterham, het voormalig industriegebied in Amsterdam-Noord dat door publieke en private partijen ontwikkeld wordt tot een gebied met circulaire doelen. Ook het koppelen van agenda’s van diverse actoren binnen het gebied verloopt vaak moeizaam doordat veel partijen gewend zijn aan de meer traditionele vorm van stadmaken, waarin voor veel partijen een meer passieve rol was.

Jesse Jorg stelt: “Als je ziet hoe ongelofelijk weinig de overheid voor elkaar krijgt als het gaat om het financieel betrekken van private partijen bij de inrichting van de publieke ruimte, dan is het bizar om te verwachten dat ik daar als kleine speler veel in kan betekenen. Publieke ruimte is vooral een speelveld van gemeenten, ontwikkelaars, stedenbouwkundigen en architecten.” Ook loopt hij tegen het feit aan dat er weliswaar hoge verwachtingen zijn vanuit de overheid, maar daar te weinig beloning tegenover staat. “Er zijn heel veel subsidies waar je als sociale ondernemer niet eens je eigen uurloon in mag opnemen, dan ben je slechts een ‘sociale bewoner’. Er wordt verwacht om veel op vrijwillige basis in je vrije tijd te doen. Er is weinig begrip bij de gemeente voor zelfstandigen.”

Oplossingsgericht en betrokken

Ondanks de problemen rondom een transitie naar het toekomstbestendige stadmaken, lijken de drie stadmakers toch ook positief te zijn. Steven Delva ziet dat de rol van de ontwerper veel groter is geworden, wat tot meer innovatieve oplossingen bij projecten kan leiden: “Wat wij veel trachten te doen, is zorgen dat je weet welke agenda’s er allemaal spelen bij verschillende betrokken partijen. Hoe kan je die gericht agenderen en implementeren in een vernieuwend stedenbouwkundig plan waar de openbare ruimte een belangrijke rol vervult in het creëren van circulariteit?” Door de toegenomen rol voor de ontwerper in dit krachtenveld kan hij het verloop van dit proces sturen. Hij zoekt vooral naar veel commitment bij partijen om echt een bijdrage te leveren vanuit hun eigen kennis en visie, zoals momenteel ook aan het gebeuren is in Buiksloterham. Mede-auteurschap creëren om af te wijken van het gangbare en te komen tot plannen die daadwerkelijk antwoord geven op de actuele vraagstukken.

Commitment: Essentieel bij het hedendaagse stadmaken?

Commitment: Essentieel bij het hedendaagse ‘stadmaken’? Credits: Next28

Jesse Jorg mist vaak nog een bepaald gevoel van betrokkenheid bij de overheid bij externe initiatieven. “Als ik nu bij de gemeente kom met: ik heb een tof idee. Dan zegt de gemeente: hier is een potje en hier is een potje. Ik heb nog nooit bij de gemeente meegemaakt dat ze zeiden: Wij leggen de helft in en we gaan samen meteen kijken welke partijen nog meer mee gaan doen. De verhoudingen van opdrachtgever naar opdrachtnemer moet je proberen kwijt te raken”, stelt hij als belangrijkste verbeterpunt.

Leiderschap en perspectief

Dirk van Peijpe ziet dat er al grote stappen zijn gemaakt bij verschillende overheden en is dan ook optimistisch. Zo kan het initiatief van De Urbanisten voor een klimaatbestendig Zomerhofkwartier rekenen op brede steun van de gemeente Rotterdam, die middelen en mankracht beschikbaar stelt: “Men ziet hier wel degelijk in, dat het werken aan de stad een kwestie is van samenwerken.” Daarbij speelt de gemeente nog steeds een cruciale rol, bijvoorbeeld bij de inrichting van het publieke domein. Hij vindt dat “de overheid vanuit haar rol als ‘hoeder van de publieke zaak’ een grote rol hierin kan spelen bij het ‘stadmaken’. Maar dat kan zij niet alleen; samenwerken is nodig en dat gaat vandaag de dag een stuk eenvoudiger.”

Alle drie de ‘stadmakers’ erkennen dat er zeker al flinke stappen zijn gezet in vergelijking met vijf jaar geleden en er heerst positivisme bij de ‘stadmakers’ voor de nabije toekomst. Ze zien dat er steeds meer mogelijk is en het daardoor makkelijker wordt om de vele ‘regeltjes’, afwijzingen en gebrek aan geld te zien als iets dat aanzet tot meer creatieve en innovatie oplossingen. Hobbels zullen er altijd blijven, het gaat erom hoe je creatief met die hobbels omgaat om tot een succesvol project te komen, en dat lijkt deze ‘stadmakers’ zeker te lukken.

Meer lezen?