Fuck de curtain rippers – Column Hans Schnitzler

De stad is niet meer alleen van stenen, maar ook van pixels. In Stadsleven ‘De digitale ander’ bekijken we de invloed van het digitale op de analoge stad. Hans Schnitzler, filosoof en auteur van Het digitale proletariaat, beschrijft hoe de privacy-etiquette van social media ongemerkt de publieke sfeer in de stad verandert. 

Mark Zuckerberg, de curtain ripper

Zou Silicon Valley zich morgen onafhankelijk verklaren en Mark Zuckerberg, de CEO van Facebook, tot leider van Nerdistan benoemen, dan moet u niet verbaasd staan wanneer ‘The Zuck’ de kreet ‘Fuck the curtain rippers!’ als een vorm Zuckerbergschennis opvat en derhalve illegaal verklaart. Nu behoeft de term curtain rippers waarschijnlijk enige toelichting. Een citaat van de romanschrijver Milan Kundera biedt uitkomst: ‘(…) ze beseften dat de privésfeer en de publieke sfeer twee essentieel verschillende werelden zijn en dat respect voor dat verschil de onontbeerlijke voorwaarde is om de mens in vrijheid te laten leven; dat er niet mag worden getornd aan het gordijn dat deze twee werelden scheidt, en dat curtain rippers misdadigers zijn.’

Zuckerberg, de man die privacy heeft doodverklaard en die bovendien meent dat het hebben van meerdere identiteiten een gebrek aan integriteit verraadt, heeft van het curtain rippen zijn beroep gemaakt. Deze techniektitaan – en grosso modo geldt hetzelfde voor zijn collega’s bij Google, Twitter of Amazon – bestaat bij de gratie van het annexeren en exploiteren van onze intiem-persoonlijke binnenwerelden; het voor commerciële doeleinden uitmelken van onze hoogstpersoonlijke gedachten, wensen, verlangens en vriendschappen. Het bijbehorende ideaal van totale transparantie komt feitelijk neer op het weghalen van het gordijn tussen de privéruimte en de publieke ruimte. U begrijpt, wie ‘fuck de curtain rippers’ roept, ontzegt Zuckerberg en zijn trawanten hun bestaansrecht.

Kolonisatie van publieke ruimte door privésfeer

Nu wil de ironie dat terwijl de lobbyisten van Facebook en Google er alles aan doen om het gordijn met roede en al naar beneden te halen, de digitale burger hier hartstochtelijk aan meewerkt door de zijne steeds verder opzij te schuiven. Niet alleen door zijn volledige psychologische profiel weg te geven in ruil voor al die ‘gratis’ informatie- en communicatiediensten, maar ook doordat hij de publieke sfeer steeds meer als een extensie van zijn woonkamer gaat ervaren. Wie zich namelijk met zijn gepersonaliseerde smartphone al twitterend, whatsappend en facebookend in het publieke domein begeeft, dreigt het niet-private, bovenpersoonlijke en gemeenschappelijke karakter van de publieke ruimte uit het oog te verliezen. Aldus, privaat verwijlend in het publieke, zal men de aanspraken van medeburgers, stadsgenoten of zelfs van ambulancebroeders of politieagenten al snel als een inbreuk op de privacy of als een aantasting van de integriteit ervaren. Het toegenomen geweld tegen geüniformeerd personeel moet, op z’n minst deels, in dit licht worden bezien.

De vergaande digitalisering van onze leefwereld, het slim worden van onze steden, tast  in toenemende mate het onderscheid tussen publiek en privé aan. De privésfeer is van oudsher de sfeer van de liefde, van onmiddellijke behoeftebevrediging en onvoorwaardelijke erkenning. Het is de sfeer van de subjectieve beleving en persoonsgebonden verhalen. Wanneer deze sfeer het publieke domein koloniseert, zou dit wel eens ten koste kunnen gaan van de leefbaarheid en bestendigheid van ons gemeenschappelijke onderkomen. De digitale revolutie vraagt om een fundamenteel debat over de aard en inrichting van de publieke ruimte in relatie tot de privésfeer. ‘Fuck the curtain rippers’ lijkt me een mooi adagium om deze discussie mee aan te zwengelen.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘De Digitale Ander’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp en lees het boek ‘Het digitale proletariaat’ van Hans Schnitzler KAFT2 gif