Stadsleven ‘After Dark’ onderzoekt de stad bij nacht. ’s Nachts rondlopen op een plek die normaal gesloten is, is niet alleen spannend, maar zorgt ook ervoor dat je zaken met nieuwe ogen bekijkt. Katía Truijen, redacteur, onderzoeker en werkzaam bij Het Nieuwe Instituut, schreef hoe ze ’s nachts door Tate Britain kon rondsluipen met behulp van een robotje. Het is donker en een beetje griezelig. Een lamp verlicht het gezicht van Ophelia die zichzelf vrij gruwelijk verdrinkt in de rivier. Vervormde figuren van Francis Bacon doemen op. Verderop kijken de witte gezichten van standbeelden en bustes mij streng aan terwijl hun schaduwen op de muren dansen. Voorzichtig beweeg ik mij naar de volgende zaal in het museum. Ik ben alleen. Althans, zo lijkt het.

After Dark: roaming robot taking in Sir Jacob Epstein’s The Visitation, 1926 © Alexey Moskvin
Er zijn teveel online bezoekers om een van de robots te kunnen besturen, maar ik kan wel de livestream volgen waar steeds nieuwe zalen worden betreden, nieuwe werken half worden uitgelicht en het commentaar als een geheime radiozender mijn kamer binnenkomt. Ik ben twee keer eerder (overdag en in het echt) in Tate Britain geweest, maar nog nooit heb ik de collectie met zoveel aandacht bekeken. Misschien omdat je op deze manier wel heel alert bent. Niet kan overzien waar je je bevindt. Wat er zich in de volgende zaal afspeelt. Het voelt alsof je elk moment betrapt kunt worden. De bewaker de hoek om loopt en je – als je geluk hebt – naar huis zal sturen.

After Dark at Tate Britain © Alexey Moskvin
Een paar dagen later loop ik om negen uur ’s ochtends het Rijksmuseum in en wandel ik gauw door naar de bovenste verdieping. Het komende half uur is het museum voor mij alleen. En toch… zou ik hier vannacht (vanuit mijn bed) graag terugkomen.
Meer lezen?
Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘After Dark’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp. Lees ook de column ‘Wasted Matter‘ van Katía Truijen over de waarde van afval die ze schreef voor Stadsleven ‘Afval stinkt niet’.