Authentiek Amsterdams?

In Stadsleven ‘StadsTaal’ bekijken we de stad door de bril van taal. Vijf artikelen uit het blad Ons Amsterdam tonen de verschillende invloeden die het Amsterdams in de loop van de tijd heeft ondergaan. 

Door: Judith de Bie

wapenamsterdam

Het artikel ‘Zuiderlingen gaven ‘het Amsterdams’ een nieuwe klank’ gaat over de 17de-eeuwse invloed van immigranten uit de Zuidelijke Nederlanden:

Toch blijkt het niet eenvoudig precies aan te geven wat die invloed van het plat Antwerps (en waarschijnlijk ook het hoog-Antwerps) op het Amsterdams is geweest. Aangenomen wordt dat in ieder geval de uitspraak van de ‘aa’ als ‘ao’ een Vlaamse invloed is, al zijn er tegenwoordig ook experts die hier een Duitse invloed zien. Deze zogenaamde verdonkerde aa is een typerend kenmerk van het Amsterdams vanaf de 18de eeuw.

Amsterdam rond 1700

Amsterdam rond 1700

Gappen, geintje, schlemiel, mesjokke: het is Jodenhoeks. ‘De mazzel, gabber!’ toont de invloed van Jiddisch:

In Amsterdam werd in de eerste helft van de 19de eeuw nog volop Jiddisch gesproken. En rond het Waterlooplein klonk de taal al sinds het begin van de 17de eeuw. Maar wat is Jiddisch nu eigenlijk en waar komt het vandaan? Velen denken dat het verbasterd Hebreeuws is, maar dat is grotendeels een misverstand, legt Berger uit. Het lijkt nog het meest op Duits.

‘Duits en bargoens’ neemt de invloed van het Duits en de migratiestroom uit dat gebied onder de loep. De Duitse woorden drongen deels door via het Bargoens, de ‘dieventaal’:

Ook al speelden de Duitsers elkaar in hun beroepsleven graag de bal toe, vergeleken met bijvoorbeeld Vlamingen en Noren integreerden ze verrassend snel. In de 17de eeuw trouwden ze al opmerkelijk vaak met autochtone Amsterdamsen. Gezien hun grote aantal en die snelle inburgering ligt het zeer voor de hand dat het Duits sinds zeker de 16de eeuw behoorlijke invloed heeft gehad op het Nederlands en op het Amsterdams – nog afgezien van het feit dat beide talen een gemeenschappelijke oorsprong hebben.

Amsterdam rond 1800

Amsterdam rond 1800

Het artikel ’19 buurtdialecten’ behandelt de de vele buurtdialecten, bijvoorbeeld Kattenburgs, Haarlemmerdijks, Duvelshoeks en Komkommerbuurts.

Johan Winkler: De Duivels- of Duvelshoek is een labyrint van stegen en dwarsstegen, gelegen tussen de Reguliersbreestraat, Reguliersdwarsstraat en Vijzelstraat. Het Duvelshoeks was het Botermarkts in zijn platste platheid, doormengd met tal van woorden uit de dieven- en bedelaarstaal, uit het Mofs en Koeterwaalsch van de kermisgasten, negociants, nomades, colporteurs, vagebonds, chevaliers d’industrie, Duitse kwakzalvers, Luikerwaalse toverlantaarn- en rarekiekvertoners, Keulsche potten- en kannewijven, Franse goochelaars, rattenvangers en ‘verdrijvers van wandgedierten’, Savooise lieremannen, orgeldraaiers en marmottejongens, Italiaanse schoorsteenvegers, tot verlopen en verwaaide Duitse en Brabantse studenten incluis, die er alle hun verblijf hielden en er te zamen een Duvelshoeks jargon brabbelden.

Amsterdam rond 1900

Amsterdam rond 1900

Het artikel ‘De toekomst’ concentreert zich op ons stadsdialect in de laatste eeuw. Buurtdialecten verdwenen en het overgebleven stadsdialect werd nationale folkore.

Begin 20ste eeuw droegen populaire schrijvers als Querido en Herman Heijermans zeer bij aan de groeiende belangstelling voor de ‘volkstaal’. In sappige dialogen schetsten zij voor een doorgaans geletterd publiek het dagelijks leven van de minderbedeelde Amsterdammer, die zich maar al te vaak door kapitalisten, pastoors en rabbijnen lieten misleiden.

Ook benieuwd geworden naar hoe dit authentiek Amsterdams klinkt? Luister hier naar een fragmentje authentiek Amsterdams op de site van het Meertens-Instituut.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘StadsTaal’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp.