In Stadsleven ‘StadsTaal’ bekijken we de stad door de bril van taal. Jacomine Nortier is universitair hoofddocent Taalkunde bij de universiteit Utrecht en auteur van Nederland Meertalenland en Murks en Straattaal. In deze column vraagt ze zich af: ‘Waarom moeten we lachen als een oma straattaal gebruikt?’
Wie kent het niet, de reclame van Douwe Egberts waar een oma op bezoek gaat bij een andere oma. Als ze met een kopje koffie aan tafel zitten zijn we getuige van hun gesprek. En dat gesprek vindt plaats in wat wij herkennen als straattaal. Wie het ziet moet erom lachen. Maar waaròm moeten we daarom lachen?
Straattaal is een woord dat sinds het eind van de jaren negentig door jongeren wordt gebruikt voor hun eigen manier van spreken. Die jongeren hebben niet per se één speciale etnische achtergrond maar de groepen zijn soms heel erg gemengd, zoals bijvoorbeeld Marokkaans, Surinaams, Turks, Antilliaans en Nederlands.
Geen straattaal voor Frans Bauer fans
Straattaal is een vorm van Nederlands waarin veel woorden uit andere talen worden gebruikt en degenen die straattaal gebruiken hoeven de talen waaruit die woorden uit komen verder helemaal niet te spreken. Iemand met een Marokkaanse achtergrond kan Surinaamse woorden gebruiken, een Griek kan Marokkaans gebruiken en autochtone Nederlanders kunnen dat allemaal ook.
Daarnaast wordt soms een uitspraak van het Nederlands gebruikt die doet denken aan de uitspraak van mensen die het niet als moedertaal hebben en er komen soms grammaticale afwijkingen van het Nederlands in voor, zoals ‘die meisje’ in plaats van ‘dat meisje’ Er zijn geen regels voor hoeveel woorden er uit een andere taal moeten komen, of/en hoeveel er qua uitspraak en grammatica van het Standaardnederlands moet worden afgeweken om straattaal te kunnen zijn. Soms is het gebruik van een paar woorden al genoeg om iets als straattaal te kunnen classificeren.
Het gebruik van straattaal wordt geassocieerd met bepaalde jongerenculturen. Rappers en hiphoppers bijvoorbeeld, gebruiken straattaal, maar onder de fans van Frans Bauer of heavy metal zal je het niet aantreffen.
Je moet goed ABN beheersen om straattaal te spreken
Om straattaal te kunnen gebruiken moet je heel goed Nederlands spreken. Dat is logisch want het is een soort spelen met taal en dat kan je alleen als je je taal heel goed spreekt. Straattaal is nooit de enige manier waarop mensen kunnen spreken. Het wordt gebruikt als de situatie zich daarvoor leent, bijvoorbeeld als vrienden onder elkaar, tijdens het uitgaan of gewoon maar wat rondhangen.
Niet iedereen gebruikt straattaal en zeker niet onder alle omstandigheden. In onderstaand youtube filmpje van Bogue Rotterdam wordt dat prachtig geïllustreerd. Aan verschillende jongeren op straat wordt gevaagd hoe ze het zouden vinden als autochtone Nederlanders onderling straattaal gebruiken. De reacties variëren: De een barst in lachen uit en zegt dat dat onvoorstelbaar is, de ander vindt dat het leuk zou zijn omdat een gemeenschappelijk manier van praten verbroedert. Hieruit blijkt dat er geen echte regels bestaan met betrekking tot het gebruik. Maar toch zijn er blijkbaar grenzen: oma’s zoals in de Douwe Egberts filmpje horen geen straattaal te gebruiken en doordat ze deze ongeschreven wet overtreden laten ze ons zien waar de grens ligt.
Meer lezen?
- Taalonderzoeker Magreet Dorleijn (UvA) is te gast bij de live talkshow maandag 23 februari om het fenomeen straattaal toe te lichten. Bekijk hier het complete programma.
- Klik door naar ons dossier‘Stadsleven ‘StadsTaal’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp.