Tijdens Stadsleven Opgroeien in de Stad van maandag 26 januari hebben we het over de stad als een fijne plek voor jong én oud. Steeds meer jonge gezinnen blijven in de stad. Wat trekt ze, wat houdt ze in de stad ondanks de krappe ruimte en de hoge huizenprijzen? En welke invloed heeft het gezinsleven op de inrichting en het gebruik van de stad?
Hoe is het om op te groeien in de stad? We vragen stadskinderen hun jeugdherinneringen te delen. Vandaag in de serie Geboren en Getogen Stadsleven oprichter Tracy Metz:
De megametropool New York staat bekend als een verzameling van buurten, door de rijgdraad van de metro met elkaar verbonden. De megametropool aan de andere kust, Los Angeles, is een stad van dorpen die in de loop van de vorige eeuw aan elkaar zijn gegroeid tot één reusachtige pannenkoek van bebouwing, alleen door de auto met elkaar verbonden. Het resultaat is een stad zonder stedelijkheid.
Ik ben geboren in de Mojave-woestijn ten noordoosten van L.A. Mijn eerste herinnering aan de grote stad, waar we naar toe gingen toen ik zeven was, was het uitzicht vanuit het vliegtuig. Een grote plak op het land was het, met erboven een gele deken van luchtvervuiling dat bleef hangen in deze grote kom in de bergen. Toen ik er in 2007 weer was, en vanuit het vliegtuig voor de landing foto’s maakte, was de gele deken weg maar de plak was nog altijd immens groot.
Een eeuw geleden had Los Angeles het beste en grootste tramnetwerk van Amerika, met de Pacific Electric Red Car en de Los Angeles Railway Yellow Car. Maar de auto heeft gewonnen, en als kind zonder auto kon ik in die uitgestrekte stadssmurrie nergens heen. Ik voelde me een gevangene: je kon nergens heen zonder toezicht, want je moet altijd gehaald en gebracht en weer gehaald worden. Er moet altijd een volwassene bij, of in ieder geval iemand die de zestien gepasseerd was en dus een auto en een rijbewijs had.
Wat een verrassing was het om in Amsterdam te zien hoe kinderen gewoon op de fiets springen, of de tram of de trein pakken – vrij om te gaan en te staan waar ze willen (al zijn ze tegenwoordig traceerbaar dankzij de mobiele telefoon die als een elektronische hondenriem werkt). Ik was er jaloers op.
Ik ben de bewegingsvrijheid van kinderen – en van bejaarden, dus zeg maar van de kwetsbare groepen – gaan zien als de lakmoesproef van de openbare ruimte. een meetlat voor de beschaving. Je kunnen verplaatsen is een grondrecht, en een voorwaarde voor een levendige economie bovendien.
Maar niets blijft voor altijd hetzelfde. LA heeft sinds 1990 zowel metro als light rail, met zes lijnen en tachtig haltes. Vorige maand heeft vervoerder LA Metro zelfs een oproep gedaan voor voorstellen voor een regionaal fietsdeelprogramma. Er is vooruitgang! Maar vanzelfsprekend is de fiets in het Amerikaanse verkeer nog niet: op http://la.streetsblog.org adverteren er diverse letselschadeadvocaten.
Meer lezen?
Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘Opgroeien in de stad’ voor meer blogs over dit onderwerp.