Steeds meer jonge gezinnen blijven wonen in de stad. Maar aan prettig wonen moet door ruimtegebruik vaak nog behoorlijke concessies worden gedaan. Heren 5 architecten pleiten in hun boek ‘Nestelen in de stad’ voor gezinsappartementen die niet persé groot, maar wel flexibel in te delen zijn.
Door: Sanne van der Beek
Woonbehoeftes van een hedendaags gezin
Het leven van hedendaagse gezinnen in de stad ziet er totaal anders uit dan dat van de gezinnen die architecten voor ogen hadden toen een flink deel van de huidige betaalbare woningvoorraad in de steden is gebouwd. Toen leek het ideaal om gezinnen onder te brengen in lichte, praktische en goed te verwarmen woningen in ruim opgezette en goed bereikbare buurten. Een hele vooruitgang voor gezinnen uit de oude volkswijken. Maar voor hedendaagse gezinnen zijn deze zaken vanzelfsprekend. Zij willen voldoende ruimte voor hun televisies, computers en meer huishoudelijke apparaten. Bovendien hebben kinderen van nu minder broers en zussen, maar meer kleren en speelgoed en moeten zich vaker binnen vermaken.
Veel stadsappartementen voldoen niet aan deze veranderde vraag en dus is twee derde van de stadsgezinnen op zoek is naar een ander huis. Maar een bescheiden inkomen zijn deze gezinnen meestal aangewezen op de verouderde woningvoorraad. Dus dan blijven ze zitten waar ze zitten of verhuizen naar een verre buitenwijk.

Bron: Nestelen in de stad
Niet groot, wel flexibel
Heren 5 architecten stelde zich in het boek ‘Nestelen in de stad – appartementen voor gezinnen’ (2012) de vraag wat hier aan gedaan zou kunnen worden. Samen met BNA Onderzoek en vijftien collega architecten werd er gedurende een half jaar gezocht naar slimme ontwerpoplossingen voor eensgezinsappartementen in de stedelijke context. De uitdaging is niet alleen nieuwe gezinsappartementen te bouwen, maar vooral ook bestaande woningen geschikt en aantrekkelijk te maken voor hedendaagse gezinnen.
Om er achter te komen waar stadsgezinnen mee worstelen in hun dagelijkse woonpraktijk hebben de architecten tientallen interviews gevoerd met gezinnen die al op creatieve wijze hun beperkte ruimte gebruiken: de kinderkamer achter de boekenkast, de meterkasten met ingenieuze opbergsystemen, hoogslapers, schuifdeuren. De conclusie: woningen hoeven niet groot te zijn, maar wel flexibel.

Bron: Nestelen in de stad
Opbergmodules in plaats van berghok
Bijna alle hedendaagse stadsgezinnen hebben een structureel gebrek aan bergruimte. Met als gevolg dat een belangrijk deel van het vloeroppervlak en de wanden in gezinswoningen wordt ingenomen door losse kasten of planken. De uitdaging was dan ook: bedenk iets waardoor gezinnen meer bergruimte krijgen waarvan ze zelf kunnen bepalen waar die komt, hoe groot die is en welke bestemming die krijgt. Katja Heid en Beatrice Montesano hebben een standaardberging in een nieuwbouwwoning van 1,8 bij 2,5 meter opgesplitst in modules voor een kastenwand van 30, 60 of 90 centimeter diep en met verschillende breedtes die zo verschillende functies kunnen krijgen en als kastenstrook op verschillende plekken als binnenwand kunnen functioneren.
De hal als flexibele ruimte
Hoe kleiner de oppervlakte van een gezinsappartement, des te meer het aankomt op de mogelijkheden om ruimtes een andere functie te geven. Ergens in huis moet een plek zijn om gasten te ontvangen, logeerpartijen te houden, te werken of studeren, met z’n allen aan tafel te zitten of lekker te spelen als de kinderen nog klein zijn of als het slecht weer is.En tegelijkertijd: niets afdoen aan de privacy in huis. Jeroen Arreveld stelt in zijn ontwerpoplossing dan ook niet zozeer de gebruiksruimtes met een vaste functie zoals de woonkamer en keuken centraal, maar concentreert zich op een ruime hal die meerdere gebruiksfuncties kan vervullen: van speelhal naar bergruimte naar computerplek. Ook pleit hij voor de herintroductie van een ‘annex’: een ruimte die grenst aan de woonkamer en het balkon die behulp van slimme kasten en schuifwanden bij de woonkamer getrokken kan worden om de kindjes in de gaten te houden als ze spelen of met dichte schuifwanden als rustige studeerkamer gebruikt kan worden.

Bron: Nestelen in de stad
Schuiven met muren
Belangrijk voor een stadsappartement is ook dat de indeling van het huis mee kan veranderen met de omvang van het gezin en de leeftijd van de kinderen. Maar met al dat geschuif wil je natuurlijk geen kamers zonder daglicht of verwarming overhouden, noch wil je door elkaars slaapkamer heen moeten om een gemeenschappelijke ruimte te bereiken. Zo schetst Jannis Cappon een oplossing waarbij badkamer, keuken en toilet zijn geclusterd in een centraal in de woning gepositioneerde kern zodat de rest van de ruimte vrijelijk ingedeeld kan worden. En Saskia Afman heeft zich verdiept in hoe je bij het plaatsen van ramen en deuren rekening kunt houden met flexibel gebruik.
Meer lezen?
- Bas Liesker van Heren 5 architecten is maandag 26 januari te gast tijdens de live talkshow Stadsleven ‘Opgroeien in de stad’. Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘Opgroeien in de stad’ voor meer blogs over dit onderwerp.
- Bron: ‘Nestelen in de stad – appartementen voor gezinnen’ (2012)