In Stadsleven ‘De Stad door Andere Ogen’ dagen bijzondere kijkers, denkers of kunstenaars ons beeld van de stad uit. Stadsleven stagiaire Judith de Bie interviewde Ronald de Jong, wachtcommandant bij Politiebureau Balistraat, om zijn blauwe blik op de stad te ontrafelen.
Door: Judith de Bie
Het is een kille woensdagochtend en ik vertrek richting Politiebureau Balistraat in de Indische buurt waar ik een paar jaar geleden twee keer per week als vrijwilliger in uniform achter de balie stond. Als ik het bureau binnen loop wacht mij een warme knuffel van mijn toenmalige begeleider Ronald de Jong; een echte rot in het vak. Als we samen in de plotruimte zitten, het operationeel centrum van het bureau, komen we al snel te spreken over de andere blik die een agent op de stad heeft, ook in zijn vrije tijd. Zijn politiehart blijft kloppen en hij kijkt altijd door blauwe ogen vertelt hij. Maar wat ziet deze blauwe blik? Ronald de Jong, brigadier van politie en al 25 jaar werkzaam bij dit wijkteam, neemt ons mee op reis door de stad.
Blauwe blik
Ronald is wachtcommandant en daarmee verantwoordelijk voor de dagelijkse operationele gang van zaken op het bureau. De politietaak is erg veelzijdig zegt Ronald: ‘Je bent verpleegster, wijkzuster, dominee, maatschappelijk werker en natuurlijk politieman.’
Als agent heb je een andere houding, een andere manier van kijken en je let meer op het gedrag van mensen, zegt Ronald. ‘Je ziet veel meer gebeuren, maar je ziet soms ook meer spoken op de weg.’ Zo zullen veel bewoners uit angst met een grote boog om een groep hangjongeren heen lopen, terwijl hij weet dat het overgrote deel van deze hangjongeren niks doet.
Ook de stedelijke omgeving bekijkt een politieman vaak met andere ogen dan een argeloze wandelaar. Ronald schat aan de hand van tekenen in de fysieke omgeving de risico’s voor criminaliteit in. Zo zijn leegstaande panden een stuk gevoeliger voor criminaliteit dan een schone goed verlichte straat. De onderliggende ‘Broken windows’ theorie houdt in dat een slecht verzorgd gebied mensen met slechte bedoelingen aantrekt en het gevoel van onveiligheid versterkt. Er ligt volgens Ronald hierbij ook zeker een taak voor de burger: ‘Sociale controle en je stoepje schoonvegen is erg belangrijk voor een wijk.‘
Staat van Amsterdam
Ronald let niet alleen op de fysieke omgeving, maar ook op de sociale dynamiek. Er zijn grote veranderingen gaande, geeft hij aan. Vroeger woonden in de panden aan de Balistraat grote gezinnen op één verdieping. Die zijn nu samengevoegd tot twee verdiepingen en huizen grotendeels nieuwe bewoners. Er zijn veel meer YUPP’s (Young Urban Professional Parents) met een dubbel inkomen naar de wijk gekomen. Ronald merkt dat de sociale controle in de wijk de afgelopen jaren is afgenomen, hoewel dat niet geldt voor de allochtone bevolking.
‘Mensen moeten vooral niet bang zijn voor de politie.’
Het is ook aan de politie om de blik naar binnen te richten en zelf transparanter te worden. De mensen in de wijk zijn blij met het politiebureau en komen graag voor een bakje koffie en een praatje, zegt Ronald. Het bureau is de laatste tijd druk bezig om de bewoners naar binnen te halen met bijvoorbeeld voorlichtingsavonden. Ze proberen hiermee de drempel te verlagen en dat lijkt te werken, zegt Ronald. ‘Mensen moeten vooral niet bang zijn voor de politie.’
Meer lezen?
Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘De Stad door Andere Ogen‘ voor meer columns van bijzondere kijkers die je idee van wat de stad is uitdagen.