De markt als liveshow voor elite – Column Freek Janssens

Stadsleven ‘Koffie, bier en chocolade’ belicht de rol van eten in de stad. Freek Janssens doet aan de UvA onderzoek naar urban food markets. In zijn column schrijft hij over de luxe indoor foodmarkten als liveshow voor de elite en pleit hij voor een markt op loopafstand voor iedereen. Eerder deze week liep ik, net als zoveel Nederlanders die herfstvakantie hadden, door de prachtige hal van de Mercat Central in Valencia. De geuren en kleuren van verse vis, groente en specerijen smolten samen met de stemmen van de marktkooplieden die er hun waar aanboden. Hier deden Valenciaanse vaders en moeders, gewapend met grote tassen, hun wekelijkse boodschappen, werden schoolkinderen in groepen rondgeleid langs de verschillende lokale producten en vergaapten toeristen zich met te grote camera’s aan de vreemde, soms nog levende, vissen. In de markt proefde ik Valencia.

3933943622_c34c453fb8_o

Mercat Central, Valencia. Credits: ijclark

Luxe indoor foodmarkt is liveshow voor de elite

Eenmaal buiten zag ik op een bord staan dat de recente renovatie van deze markt mede mogelijk is gemaakt met Europese subsidie – een goede besteding van ons geld, lijkt me – en ik vroeg me af: hoe zit dat met onze eigen markten? In Spanje, Italië, Portugal en andere zuid Europese landen worden markten duidelijk gezien als een belangrijke plek in de stad, waar mensen, ongeacht hun achtergrond, samenkomen en waar zij zelf ervaren waar hun eten vandaan komt en hoe het wordt verwerkt. In Nederland daarentegen (en hetzelfde geldt voor veel noord Europese landen zoals Engeland en Denemarken) verliezen markten terrein. Goed, er komen ook hier veel nieuwe markten bij. Afgelopen week nog werd in Amsterdam de Foodhallen officieel geopend, en eerder deze maand opende koningin Maxima de Markthal in Rotterdam. Daarnaast schieten de Boerenmarkten en de Gourmet Markets als paddenstoelen uit de grond. Zo op het eerste gezicht lijkt het de markten hier juist voor de wind te gaan. Maar we moeten ons niet laten bedriegen door het uiterlijk van deze ‘markten.’ Van een ‘authentieke’ verkoper met een rieten hoedje en een handgeschreven prijsbordje koop je hier een dure, biologische tomaat, maar voor diegene die minder te besteden hebben, is de markt niet toegankelijk. In feite zijn deze markten, hoe leuk ze ook zijn, dus performances: live shows die bedoeld zijn om de elite, die het kan betalen, te entertainen.

P4530770

Foodhallen Amsterdam. Credits: Franklin Heijnen

Een markt op loopafstand voor iedereen

We zouden kunnen stellen dat de nieuwe markten in noord Europa eigenlijk geen ‘echte’ markten zijn. Sterker nog, de nieuwe overdekte markten in Nederland – maar ook die in Engeland en Denemarken – zijn niet een doel op zich, maar een middel om het omringende vastgoed in waarde te laten stijgen. Hierbij wordt slim gebruik gemaakt van het feit dat ‘puur’ eten tegenwoordig zo populair is. Voor de rest – diegene die zich geen dure tomaten kunnen veroorloven – blijft het gissen waar hun eten nu daadwerkelijk vandaan komt. Zonder publieke, inclusieve markten, vragen we wel erg veel van de verbeeldingskracht van consumenten, die bovendien slim gevoed worden met afbeeldingen van mama’s op een pak diepvrieslasagne en groene, heuvelachtige weilanden op een pak melk. In Barcelona pakken ze het anders aan: daar wordt voor elke inwoner van de stad een markt op loopafstand gegarandeerd, en mocht deze nog niet bestaan, dan opent de gemeente een nieuwe markt. Dit model kan wellicht niet een-op-een worden toegepast in Amsterdam, maar het huidige beleid van de gemeente – waarbij expliciet gestreefd wordt naar de privatisering van de nog bestaande markten volgens het model van de Boerenmarkt – stimuleert exclusieve markten en creëert hiermee in plaats van minder, juist meer afstand tussen stedelingen en hun eten.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Koffie, bier en chocolade’ voor meer artikelen over dit onderwerp.