Respect voor de overwonnen vijand – Column Tijs van den Boomen

Maandag 29 september 2014 bespraken we in Stadsleven ‘Hello/Goodbye: de auto in de stad’ de veranderende rol van de auto. Hoe lang heeft de auto nog een plek in de stad? Nieuwe technologische ontwikkelingen zoals Uber, apps waarmee je een auto kunt delen en zelfrijdende auto’s zorgen ervoor dat de relatie van de stad met de auto ingrijpend verandert. Tijs van den Boomen, journalist ‘public space’, sprak ter afsluiting van de avond een column uit waarin hij pleit voor de ring als monument. 

Foto: Jesper2cv

Foto: Jesper2cv

De overwinning op het automonster

Amsterdam heeft het automonster getemd, de fiets heeft definitief gewonnen en dat is een zegen voor de stad. Hoofdschuddend kijken we terug op de jaren vijftig en zestig toen de restanten van de Jodenbuurt tegen de vlakte gingen voor de aanleg van de IJtunnel en de Haarlemmerhouttuinen ten prooi vielen aan de doorbraak van het CS naar het westen. Jane Jacobs heeft Robert Moses gevloerd, of in Amsterdamse termen: Roel van Duijn versloeg Kaasjager postuum, de politiecommissaris die de grachten wilde dempen. In de roes van de overwinning worden de sporen van de vijand overal zo snel mogelijk uitgewist. Neem de A9, die dwars door Badhoevedorp snijdt, maar die vanaf 2018 om het dorp heen zal buigen. Nu al heeft de gemeente grote billboards op de viaducten geplakt om te demonstreren hoe het er straks uit zal zien, namelijk alsof er nooit iets gebeurd is. Maar is het wel zo verstandig om de waan van de dag vrij spel te geven? Is de kwaliteit van een stad niet juist dat het een in steen gehouwen geschiedenisboek is?

Tweede jeugd voor stedelijke gebouwen

‘Als iets wat nu nieuw is en dus lelijk wordt gevonden over tweehonderd jaar oud en mooi is, kun je het net zo goed meteen mooi vinden.’ Dat zei vertaler August Willemse in 1987 in NRC Handelsblad en daarbij doelde hij op de Bijlmer, waar hij tot zijn dood woonde. Voor oude fabrieken en pakhuizen wordt allang goud geld betaald, en nu krijgen ook de naoorlogse jaren, eerder dan Willemse dacht, waardering. De grote betonnen blokkendozen die in de jaren zestig over de stad werden uitgestrooid zijn de verguizing voorbij. Voor het Swammerdaminstituut en het Wibauthuis kwam de herwaardering te laat, maar het GAK-gebouw is van de sloophamer gered en glanst nu de toekomst weer tegemoet. En het Volkskrantgebouw kreeg een tweede jeugd als urban hotel. Voor de auto ligt dat anders, de wegen, viaducten en garages roepen nog steeds agressie en slooplust op. Vorig jaar ging bijvoorbeeld de laatste grote Bijlmerparkeergarage tegen de vlakte. Wrang detail: bijna tezelfdertijd kreeg stichting Bijlmermuseum de Gouden Piet Kranenbergring, vernoemd naar de man die het Olympische Stadion van de sloophamer redde. Dreigt eenzelfde lot voor de parkeergarage van Piet Zanstra aan de Singelgracht, met de twee wellustig omhoogspiralende stralend witte oprijbanen? Volgens de architectuur- en bouwhistorische kaart is de waarde ‘indifferent’. Maar wie onder de torens plaatsneemt op het terras van het tijdelijke café Waterkant, kijkt zijn ogen uit. Amsterdam heeft zijn eigen MoMa, voor zo lang als het duurt.

Zie verkeerskundige werken als kunstwerken

Maar het gaat niet alleen om gebouwen, ook verkeerskundige kunstwerken kunnen waardevol zijn, zoals knooppunt Nieuwe Meer, een drie etages tellend vlechtwerk van fly-overs en viaducten, een prachtig staaltje van betonnen brutalisme dat nog eens wordt versterkt door De Schoenendoos, het spoorviaduct een klein stukje verderop dat zijn naam alle eer aan doet. Zelfs planologische missers zou je, juist omdat er sindsdien decennia zijn verstreken, niet altijd krampachtig moeten willen herstellen. Neem de tunnelbak die de Mauritskade onder het Rhijnspoorplein/Wibautstraat doorvoert. Natuurlijk zouden we zo’n verkeersriool nu nooit meer zo maken, en dat is precies de reden om zorgvuldig na te denken over de historische waarde ervan. Terug naar de A9. Zonder twijfels is de huidige weg een ramp voor Badhoevedorp en natuurlijk moet je plannen maken voor het moment dat de weg straks weg is. Maar waarom geen herinneringen overlaten, bijvoorbeeld door een of meer betonnen viaducten als losse elementen te laten staan en te hergebruiken? Als we zelfs de bunkers van de Atlantikwal inmiddels weten te waarderen, dan is er ook hoop voor de relicten van die andere overwonnen vijand, de auto. Deze column is oorspronkelijk geschreven voor Stad-Forum aan de vooravond van de Open Monumentendag.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Hello/Goodbye: de auto in de stad’ voor meer artikelen over dit onderwerp.