Tem stadssnelwegen tot boulevards – interview Tijs van den Boomen

Communicatiebureau Vandejong sprak met onze spreker Tijs van den Boomen over Stadsleven ‘Hello/Goodbye: de auto in de stad.

WIE BEN JE EN WAT DOE JE?
Mijn naam is Tijs van den Boomen. Ik ben journalist en essayist, gespecialiseerd in de openbare ruimte: de alledaagse plekken waar je zonder toestemming terecht kunt.

HOE ZIE JE DE TOEKOMST VAN DE AUTO?
Auto’s zullen nodig blijven, zeker buiten de grote steden, maar het privé-bezit ervan zal afnemen: we gaan meer auto’s delen via systemen als Car2Go en Uber. Bovendien wordt de auto elektrisch en (deels) zelfsturend. De grens tussen openbaar- en privé-vervoer zal daardoor langzaam vervagen: je roept een auto op als je die nodig hebt en die rijdt daarna naar de volgende klant, of naar een ondergrondse garage waar hij zichzelf oplaadt.

 

Tijs van den Boomen. Foto: Jan Banning

Tijs van den Boomen. Foto: Jan Banning

WAT IS HET PROBLEEM VAN HOE DE STEDELIJKE INFRASTRUCTUUR NU IS GEREGELD?
Op de lagere school leer je al dat dorpen en steden ontstaan waar wegen elkaar kruizen, of bij de kruising van een weg en een rivier. Infrastructuur en stedenbouw zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Toch zie je in de praktijk dat verkeersdeskundigen en stedenbouwers met de ruggen naar elkaar toewerken.

HOE VERWACHT JE DAT DIT GAAT VERANDEREN EN OP WELKE TERMIJN?
Doordat auto’s schoner, stiller en veiliger worden, is het mogelijk om dichter bij de weg te bouwen en om bijvoorbeeld stadssnelwegen te temmen tot boulevards. Veelbelovend zijn bijvoorbeeld de voorstellen van de Langzame Stad.

KAN DE BESTAANDE INFRASTRUCTUUR VOLKOMEN OVERBODIG RAKEN?
Dat kan ik me moeilijk voorstellen, maar het is wel mogelijk om infrastructuur anders te gebruiken en er andere functies aan toe te voegen. Van 5 tot 9 november organiseer ik met Stad-Forum een week over de Ring van Amsterdam, daarin onderzoeken we de nieuwe betekenis van de infrastructuur.

BLIJFT DE INFRASTRUCTUUR DAN VAN CULTURELE EN HISTORISCHE WAARDE?
De auto heeft in de jaren vijftig en zestig grote verwoestingen aangericht in onze steden en veel mensen zien de auto nog steeds als een gevaarlijke vijand die te vuur en te zwaard moet worden bestreden. Maar het tij is gekeerd: in de stad heeft de fiets, in combinatie met het openbaar vervoer, de auto van de eerste plaats verdrongen. De vijand is dus verslagen, en dat betekent dat je moet terugkijken: wat willen we bewaren uit die tijd? Prachtige voorbeelden zijn het Kleinpolderplein in Rotterdam en de parkeergarage van Piet Zanstra in Amsterdam.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Hello/Goodbye: de auto in de stad‘ voor meer artikelen over dit onderwerp.