De autoherinnering van… Arjen Ribbens

Tijdens Stadsleven ‘Hello/Goodbye: de auto in de stad‘ van maandag 29 september hebben we het over de toekomst van de auto die met technologische ontwikkelingen zoals zelfrijdende auto’s en carsharing apps zoals Snappcar of goedkope diensten als Uber wel eens op losse schroeven kan komen te staan, of in elk geval totaal anders ingekleurd wordt.
 zelfportret
Maar een auto is niet alleen technologie of toekomstdromen: het is ook een persoonlijk object waar iedereen wel een herinnering aan heeft. De auto-herinnering van… Arjen Ribbens, journalist van het NRC Handelsblad: 

De eerste keer dat ik auto reed was ik tien jaar oud. Van de Veluwe, waar we op een camping een grote stacaravan hadden, reden we op een vroege zaterdagmorgen terug naar Amsterdam. Mijn vader en ik, in zijn grote, donkergrijze Volvo Amazone. We kletsen wat, vermoedelijk over Ajax, over de nieuwe linksback Ruud Krol, met zijn lange haren, of over het gesjok van de oude middenvelder Bennie Muller, die zich beter kon gaan richten op zijn sigarenzaak in de Haarlemmerstraat.

Ik herinner me nog dat mijn vader moe was, dat het heel rustig was op de weg en dat we stevig doorreden.
Het is bijna vijftig jaar geleden en nog zie ik het als een film voor me: in een enorm tempo kwam opeens een auto ons tegemoet. Ik zag hoe de tegenligger lichtsignalen gaf, maar mijn vader bleef onverstoorbaar in de linkerbaan rijden, kennelijk veronderstellend dat hij nog steeds op de snelweg zat. Ik schreeuwde dat hij naar rechts moest. Mijn vader gooide het stuur om en met een slingerbeweging ontweken we op het nippertje de luid claxonerende tegenligger. Even later parkeerde mijn vader de auto in de berm. Trillend zat hij achter het stuur, zonder een woord te zeggen. Ajax werd dat jaar met overmacht kampioen. Niet veel later kocht mijn vader een BMW.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Hello/Goodbye: de auto in de stad‘ voor meer artikelen over dit onderwerp.