Stadsleven ‘Big data: wat weet de stad van mij?’ onderzoekt de invloed die het verzamelen van steeds meer data door stedelijke instellingen heeft op haar inwoners. Jaap-Henk Hoepman is Universitair Hoofddocent aan de Radboud Universiteit Nijmegen en wetenschappelijk directeur van het Privacy & Identity Lab. Hij legt de complexe (technische) wereld achter privacy bescherming en identiteitsbeheer in begrijpelijke taal uit op zijn blog. Voor Stadsleven ontmantelt hij de utopie van de smart city.
De slimme stad. Een stad die weet waar je wilt parkeren, en je vertelt waar nog een plekje is. Die weet waar je heen wilt, en je vertelt welke tram je moet nemen en hoe druk die is. Een stad die weet wanneer op welke plek de meeste criminaliteit plaats vind en daarom de politie op die momenten op die plekken meer laat surveilleren. Een stad kortom die je behoeften kent en daar slim op inspeelt. Klinkt als een mooie utopie, toch? Zo bekeken zouden we willen dat de stad alles van ons weet.
Wie is de ‘slimme stad’?
Maar is dat wel terecht? Voor wie levert zo’n slimme stad echt voordeel op? Een stad kan nooit met de steeds schaarsere middelen iedereen tevreden stellen. Meer parkeerplekken zullen er wel niet komen. En ook niet minder overvolle trams. En als jij toevallig aan het profiel van een overlastgever voldoet, heb je de hele tijd politie om je heen. Dit is een algemeen kenmerk van profilering: tegenover mensen die er voordeel van hebben staan mensen die er juist nadeel van ondervinden. De goedkope verzekering van de een is juist de duurdere verzekering voor de ander. Ergens moet de winst toch vandaan komen.
Het klinkt ook zo lekker ongevaarlijk, zo lekker abstract: een ‘stad’ die alles van ons weet. Maar laten we het concreet maken. Wie of wat is die stad precies? Wie is het dan die iets van ons weet? Een ambtenaar van de dienst parkeertoezicht bijvoorbeeld, die toevallig de beste maat van de broer van je vriendin is. En die nu dus weet dat je een keer je auto ’s avonds eerst in de rosse buurt geparkeerd hebt. Of die medewerker van economische zaken die door het slim combineren van gegevens weet dat je op zoek bent naar een andere baan (terwijl je het je baas nog niet verteld hebt). Maar die toevallig wel de buurman is van je baas, en regelmatig bij haar op bezoek komt.
Vooruitdenken in plaats van eerst zoveel mogelijk verzamelen
Big Data creëert niet per definitie een probleem, natuurlijk. Maar het is net zo goed niet het wondermiddel tegen alle problemen waar een stad als Amsterdam mee kampt. Concreet: verzamel niet eerst zoveel mogelijk gegevens om vervolgens te bedenken wat je er mee kunt doen, om er dan pas achter te komen dat je een nieuw probleem gecreëerd hebt.
Want als de stad alles van je weet dan wordt het een verstikkend dorp waar je je altijd bekeken voelt. Dat is waarschijnlijk niet de droom die je in je hoofd had toen je ooit naar Amsterdam verhuisde…
Meer lezen?
- De Correspondent interviewde onlangs Jaap-Henk Hoepman. Lees het interview ‘Privacy kun je beschermen door het te ontwerpen’ hier.
- Jaap-Henk Hoepman tipte nog de volgende achtergrondartikelen: ‘Googles Weltverbesserungskitch’ en ‘Evgeny Morozov – The real privacy problem‘
- Klik door naar ons dossier ‘Big data: wat weet de stad van mij?’ voor meer artikelen over dit onderwerp.