Het landelijke in de stad: Column Esther Polak

Stadsleven ‘Natuur(lijk) de stad’ onderzoekt of er werkelijk een strakke scheiding tussen de stad en natuur is, of dat natuur een steeds meer vanzelfsprekende plek in de stad inneemt. Esther Polak, beeldend kunstenaar die onder de naam PolakVanBekkum samen met Ivar van Bekkum werkt en in haar werk vaak de stedelijke ruimte als onderwerp heeft, schreef een column over hoe je zelfs midden in de stad het landelijke kunt ervaren.

De dag na de Stadsleven-avond in februari was een prille voorjaarsdag, waarop de geur van mest duidelijk in Amsterdam te ruiken was. Deze geur snoof ik met genoegen op. Ik bedacht me dat we de dichotomie ‘stad versus natuur’ beter kunnen vervangen door ‘het stedelijke versus het landelijke’. Het begrip ‘natuur’ is te bepaald. ‘Het landelijke’ daarentegen biedt alle ruimte voor een persoonlijker en subjectiever benadering. Niemand zal met vuur beweren: “Dat is niet landelijk”, terwijl ik menige discussie heb bijgewoond die stukliep op de kwestie van wat ‘natuur’ is en wat niet.

Jan ten Compe  Gezicht op Den Haag, 1750

Jan ten Compe Gezicht op Den Haag, 1750

Mooi aan Amsterdam is dat dat landelijke zo nabij en zo voelbaar is. Bijvoorbeeld die geur eind februari. Dan wordt mest uitgereden in het buitengebied. Ik vind het ieder jaar weer fascinerend dat dit in de stad zo duidelijk te ruiken is – en dat het zo veel met mij doet. Het uitrijden van mest kun je moeilijk ‘natuur’ noemen, maar het geeft mij een lyrische ervaring van Het Buiten – het landelijke.

Dit soort ervaringen zijn heel persoonlijk. Ik kijk bijvoorbeeld in de winter altijd naar overvliegende troepen ganzen. Die kun je dan horen EN zien. Maar vaak ben ik de enige die dan in vervoering naar boven staat te kijken. Of ik luister in het voorjaar naar de spreeuwen in de Kinkerstraat die net zo’n geluid als scholeksters maken en daarmee een soort radiostation vormen voor een weiland op afstand. Ik ken ook iemand met een voorliefde voor de aanwezigheid van hommels. Hommels die ikzelf bijvoorbeeld nooit zie of opmerk. Ik kijk dan weer naar de rookpluimen in Westpoort die met helder weer in het verlengde van de Da Costakade duidelijk zichtbaar zijn en de kracht van de wind vertalen in een steeds anders gevormde pluim. Alles is landelijk op zijn eigen manier. Het geluid van heien voor mij ook – dat vind ik het ultieme geluid dat de rand van de stad markeert.

Het gaat mij bij dit plezier in het landelijke vooral om de ruimtebeleving, het gevoel dat de stad een rand heeft, en omgeven is door platte polders en open land. Soms waait het landelijke letterlijk over naar de stad, en wordt de roep zo sterk dat je vanzelf gaat. En soms is het al zo sterk aanwezig is dat je niet meer hoeft te gaan, omdat het er al is.

Meer lezen?

Klik door naar ons dossier ‘Natuurlijk de stad’ voor meer blogs over dit onderwerp.