Ontwerpen met afval in de blauwe economie: column Jan Jongert

Stadsleven ‘Afval stinkt niet’ presenteert een frisse kijk op stadsafval: tegenwoordig iets waardevols waarmee de stad gevoed kan worden. Jan Jongert, mede-oprichter van Superuse Studios – die op 24 februari overigens ook hun innovatieve ideeën rondom ontwerpen met afval komen presenteren tijdens de live talkshow van Stadsleven – schreef voor Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening S+RO magazine een essay over het ontwerpen met afval. Hier is een gedeelte uit zijn essay te lezen.

Van ketenintegratie naar ketencommunicatie

Zolang groene energie, hernieuwbare grondstoffen en slimme en afbreekbare producten nog niet de norm zijn, is de komende decennia een aanpak nodig waarbij ook inventief èn lokaal nieuwe toepassingen worden ontwikkeld voor de afvalstromen van de ‘domme producten’ die ons omringen. Bovendien heeft een robuust ecosysteem meer nodig dan het sluiten van kringlopen: er moet communicatie op gang gebracht worden tussen de verschillende actoren in de keten en tussen de verschillende ketens. Eén van de meest vooraanstaande bepleiters voor het creëren van waarde uit deze interactie is de Blauwe Economie van Gunter Pauli. Circulair economische concepten als Cradle to Cradle gaan nog uit van gesloten kringlopen met door certificaten en met patenten beschermde productieprocessen die de grondstoffenkringloop van een enkele keten bevordert. Echter een dynamisch en veerkrachtig ecosysteem kan alleen ontstaan door een hoge mate van transparantie in de communicatie binnen een stelsel van ketens waarbij nieuwe verbindingen kunnen worden gelegd of verbroken verbindingen worden hersteld. De zich nog steeds voltrekkende informatierevolutie is een voorwaarde voor het creëren van het geschetste ecosysteem. Consumenten en producenten kunnen een ‘prosument’ van hun eigen omgeving worden. Informatie of geld en product volgen dan binnen ketens niet langer één – meestal tegengestelde – richting, maar volgen de voor een ecosysteem benodigde uitwisseling.

De architect binnen een ecosysteem

Toen wij twaalf jaar geleden ons bureau onder de naam 2012Architecten opzetten, hadden we voor ogen om een architectuur te maken waarin alle voor een project belangrijke ‘stromen’ (water, energie, gebruikers en materiaal) één geïntegreerd geheel zou vormen. We beschouwden elke ontwerpopgave als een systeem waarvan eerst de stromen werden geanalyseerd. Iedere stroom op zich zou daarbij een cyclische relatie met zijn omgeving en elkaar aan gaan. In die tijd was het ontwerpen met duurzame energie- en watersystemen in de duurzame architectuur flink in opkomst. Voor materialen was er nog weinig aandacht. Toen dit duidelijk werd hebben we in tien jaar een ontwerpmethode en de benodigde gereedschappen ontwikkeld. We noemden het: Superuse, het ontwikkelen van afvalstoffen, met gebruik van zo min mogelijk energie voor transport en verwerking, tot bouwmaterialen. De Villa Welpeloo in Enschede is tot nu toe ons meest paradigmatische voorbeeld van de toepassing van deze filosofie.

Villa Welpeloo - een huis geheel gemaakt van afval door Superuse

Villa Welpeloo – een huis geheel gemaakt van afval door Superuse

Belangrijk aspect bij het ontwerpen met afval is dat de ontwerper goed luistert naar het materiaal. Bestaande materialen hebben zeer specifieke technische en esthetische eigenschappen en vaak is de verkrijgbaarheid nog lang onzeker. Hierdoor kan de ontwerper dus niet van een vorm uitgaan en daar de materialen bij zoeken. Het ontwerp wordt sterk gestuurd door de eigenschappen van het materiaal. Het ontwerp en het bouwproces wordt daarom dynamisch ingericht, waarbij het resultaat voortkomt uit een samenspel tussen betrokken partners, de context, beschikbaar materiaal en het programma.

Met het resultaat van recent onderzoek, genaamd ‘Recyclicity’, hebben we onze manier van werken toegepast op een grotere schaal, op hele wijken en op meer stromen. Daarbij beseffen wij steeds meer dat een ecosysteem niet vanuit een tabula-rasa-situatie in zijn geheel kan worden ontworpen, maar dat dit ontstaat door op strategische plekken verbanden tussen bestaande stromen te creëren. Het kortsluitende programma, gebouw of stedelijke functie noemen we een Cyclifier.

Recyclicity: Goudsepoort analyse

Recyclicity: Goudsepoort analyse

Meer lezen?