Zo maak je een stedelijk dashboard om te sturen op geluk, deel 2: column Akshaya de Groot

Stadsleven – The Happy City onderzoekt hoe een stad ontworpen kan worden om het geluk van haar bewoners te bevorderen. In deze futuristische en tegelijk realistische blog laat ‘geluksdoctorandus’ en wetenschapsjournalist Akshaya de Groot zien wat er nodig is voor een dashboard, waarop je kunt zien of Amsterdammers door de tijd heen gelukkiger worden of niet. Zou dit de manier zijn waarop wij, in de toekomst, het stadsbestuur gaan controleren? 

Deel 2: Hoe het wel moet 

(lees hier deel 1: hoe het niet moet) Een belangrijke kanttekening vooraf: Wie een stad gelukkiger wil maken, moet weten dat er ook beperkingen aan geluk zijn en aan de maakbaarheid daarvan. Je kunt niet altijd krijgen wat je wilt. Ook tegenslag moeten we in onze kijk op geluk meenemen. Daarnaast zijn er nog andere belangrijke doelen. Last but not least zijn mensen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor hun geluk. Daar kan de stad maar voor een deel aan bijdragen. Geluk is dus geen zaak die je op een technocratische manier kunt plannen en invoeren. Pas als we de beperkingen kennen, kunnen we op een gezonde manier van de wetenschap en statistiek rondom geluk gebruikmaken. Aan de andere kant zouden we in deze laat-moderne, wereldwijd vertakte en verwetenschappelijkte wereld wel erg dom zijn als we die kennis niet zouden gebruiken.

Stap 1. De stad gaat regelmatig ons geluk meten

Maar dan ook echt periodiek, per jaar of per kwartaal; en (net als bij onze kijk op hondepoep) op zijn minst per stadsdeel! Ook leeftijd en andere subgroepen zijn belangrijk om te kunnen zien wie er in de stad meer en minder gelukkig zijn. Tezijnertijd kan het eveneens interessant zijn dit met andere steden te vergelijken. Geluk hoef je trouwens niet zo vaak te meten, want ook al is de meting maar een kort moment (een enquêtevraag), het geluk dat je ermee meet, is doorgaans van langere duur. Als Ajax wint, zien we een klein golfje oprijzen in het geluksgevoel van de Amsterdammers, maar dit is te laag en te kort om echt van belang te zijn. Geluk is dieper dan zomaar een lekker gevoel. Geluk kan zelfs zo krachtig zijn dat gelukkige mensen gemiddeld twee jaar langer leven. Het stadsgeluk van dag tot dag meten, zoals deze geluksbarometer van de stad Vilnius doet, kan best leuk zijn, maar hoeven we dus niet echt te doen.

Geluksbarometer Vilnius. Bron: http://happybarometer.com

Screenshot: Geluksbarometer Vilnius. Bron: http://happybarometer.com

Stap 2. De stad gaat na welke doelen de inwoners belangrijk vinden

Ongetwijfeld willen de meeste stadsbewoners gelukkig zijn, maar waarschijnlijk óók: veilig, met voldoende inkomen, in een leefbare buurt, met prettige onderlinge verhoudingen, en geen verkeersoverlast en vul maar in. Wellicht willen bewoners graag een duurzame stad of een zelfvoorzienende stad. Ideeën voor deze doelen/indicatoren kunnen we ontlenen aan de leefsituatie-index van het SCP, maar niets verhindert ons deze aan te passen. Mits het er in totaal niet meer dan tien worden en de doelen duidelijk te maken hebben met het leven van de stadsbewoner. (‘Meer bedrijvigheid voor de stad’ zullen we dus moeten vertalen in iets waar de bevolking wat van merkt, zoals ‘werk’ of ‘inkomen’.) Belangrijk is dat de stad hiermee bewust een aantal maatstaven kiest voor de ontwikkeling op lange termijn. Wanneer blijkt dat linkse Amsterdammers gedeeltelijk andere doelen hebben dan rechtse Amsterdammers, zetten we die er in principe beiden in. Het ene stadsbestuur zal dan meer vooruitgang maken op bepaalde indicatoren dan het andere — maar in beide gevallen worden de resultaten voor de stadsbevolking zichtbaar.

Stap 3. De stad laat uitzoeken wat de invloed van die doelen is op geluk (en omgekeerd)

Dit is iets wat eigenlijk continu moet doorgaan. Het is een kwestie van onderzoek. Maar een aantal uitkomsten laat zich nu al vermoeden, bijvoorbeeld: •  Gelukkige mensen zijn gezonder en leven langer. Ha, investeren in geluk levert dus ook rendement op voor de gezondheid! • Bij gelukkige mensen ligt hun subjectieve gevoel van veiligheid dichter bij de objectief gemeten veiligheid. Ze zijn kennelijk minder onzeker en beelden zich minder in. Dat is grappig: soms kan je het veiligheidsgevoel meer verbeteren door geluk, dan door agenten op straat. • Maar wees voorzichtig, want als de objectieve veiligheid daalt, gaat het geluk natuurlijk wel naar beneden! Zo komen we er met z’n allen in de loop der jaren steeds beter achter welke dingen er echt toe doen en welke minder relevant of effectief zijn. Misschien zal onderwijs in geluk op de basisschool met invloed op alles wat we later doen, op den duur wel de meest ‘effectieve maatregel’ blijken. Maar nu weten we dit nog niet.

Stap 4. De stad brengt een website uit die focust op de gekozen doelen

(Hiermee hoeven niet te wachten op stap 3, want dat onderzoek blijft gewoon doorgaan.) Op de homepage van de stadswebsite komt het dashboard. Dit biedt een visueel overzicht van de laatste stand van zaken rond de circa tien doelen. Zoiets maken, vergt een weldoordacht design. Dat ligt binnen de mogelijkheden van een professioneel statistisch bureau. • Het dashboard komt bijv. te hangen op een groot scherm in de hal of de raadszaal van het stadhuis, op een of meer belangrijke punten in de stad (niet ‘alle’, laten we het niet te gek maken!), en wordt regelmatig vertoond op beeldschermen in bus en tram. Uiteraard zijn alleen deze tien ‘metertjes’ nog veel te simpel om een grote stad of zelfs maar een dorp te besturen. Niets verhindert ons onderdelen van het dashboard door te linken naar meer gedetailleerde gegevens, analyses of achtergronden. Om daarover te discussiëren. Of om gebruik te maken van andere gegevens die de Dienst Onderzoek & Statistiek verzamelt.

Stap 5. Politieke partijen presenteren hun verkiezingsbeloften in relatie tot het dashboard

Een van de grote voordelen van het stedelijk dashboard is dat de belangrijkste resultaten van het beleid nu voor iedereen zichtbaar zijn. Ze verdwijnen niet in een veelheid van verschillende rapporten, zoals we bijv. in de eerste blog zagen, op de beleidspagina van amsterdam.nl. Politici moeten nu bij verkiezingen zeggen wat zij gaan doen in relatie tot deze belangrijkste (tien) doelen. De beloftes die zij doen kunnen wij vervolgens beter controleren, omdat de uitkomsten ervan worden gemeten. Ze kunnen in vrijheid natuurlijk nog steeds andere dingen beloven. In dat geval zullen we zien dat de ontwikkeling van de stad stilstaat. Ook hier is nog een nuance bij! Want de gemeentelijke overheid kan niet alles beïnvloeden. Dus we meten nooit exact ‘het effect van het stadsbeleid’. Bovendien zal een groot deel van het geluk ook dan van onszelf afhangen. Dit betekent dat we de cijfers op het dashboard nog steeds met ons gezond verstand moeten blijven interpreteren. Maar dat is toch hoe we altijd al met wetenschap en statistiek zouden moeten omgaan?

Meer lezen?

  • Drs. Akshaya de Groot legt zich erop toe inzichten uit het geluksonderzoek te vertalen naar wat wij er als samenleving mee kunnen doen. Op zijn blog geluksdoctorandus.nl is veel achtergrondinformatie over geluk, levenskunst en het wetenschappelijk onderzoek ernaar te vinden. Ben je geïnteresseerd in een vergelijkbaar gedachtenexperiment op landelijke schaal? Lees dan zijn boek ‘Geluk voor Kamerleden’.
  • Deze blog is een vervolg op de blog van gisteren ‘Deel 1: hoe het niet moet’ waarin Akshaya analyseert hoe de huidige beleidsinstrumenten falen om geluk te ontwerpen.
  • Klik door naar ons dossier ‘Happy City’ voor meer blogs over dit onderwerp.