Mayor of Happiness, zo wordt Enrique Peñalosa bejubeld door o.a. Charles Montgomery, de auteur van The Happy City, die 27 januari bij ons via Skype te gast zal zijn. Deze prachtige titel verkreeg Peñalosa door zijn daden als burgemeester van de Columbiaanse hoofdstad van 1998 tot 2000, waarmee hij Bogota, een arme stad van 6,7 miljoen inwoners, transformeerde van een vervuilde stad met veel criminaliteit, tot een gelukkige metropool.
Door: Sanne van der Beek
Wat was Peñalosa’s wondermiddel? Bussen.
Zodra hij aangesteld werd als burgemeester gooide hij de plannen voor netwerk van autosnelwegen boven de stad dat miljoenen zou kosten het raam uit en verklaarde oorlog aan de auto’s in de stad. Hij voerde de autovrije dag in en verbood automobilisten meer dan drie keer per week per auto naar hun werk te gaan. De bespaarde miljoenen stak hij in 340 kilometer aan fietspad, de aanleg van parken en voetgangerspleinen en het TransMilenio Bus Rapid Transit systeem, een bussysteem dat werkt als een metro doordat het aparte banen op de straat en autowegen heeft waardoor het snel kan doorrijden.
Niet alleen veranderde Peñalosa’s aanpak het aanzien van de stad, maar ook had het andere positieve gevolgen. Criminaliteit daalde met 35 procent tijdens zijn bewind en doordat er geld werd bespaard op kosten aan wegen, konden er 1200 parken, 100 kinderopvangen, 51 scholen en 14 bibliotheken gebouwd worden. Het percentage kinderen dat naar school ging steeg met 31 procent.
Peñalosa zelf ziet zijn plan als onderdeel van iets groters. Volgens hem is de sleutel tot een gelukkige stad het wegnemen van ongelijkheid, oftewel het creëren van een democratische stad:
Het vervoer in steden in ontwikkelingslanden is een erg bijzondere uitdaging, want, anders dan bij gezondheid, of onderwijs, of huisvesting, wordt die meestal slechter naarmate samenlevingen rijker worden. Dat is duidelijk een onhoudbaar model. Net als de meeste andere problemen in ontwikkelingslanden, is vervoer niet zozeer een kwestie van geld of technologie, als wel een kwestie van gelijkheid. De grote ongelijkheid in ontwikkelingslanden maakt het moeilijk in te zien dat op het gebied van vervoer een geavanceerde stad er niet één is waar zelfs de armen auto’s gebruiken, maar eerder één waar zelfs de rijken met het openbaar vervoer gaan.
We zijn zo gewend aan ongelijkheid, dat we die soms niet zien als we er vóór staan. Minder dan honderd jaar geleden konden vrouwen niet stemmen, en het leek normaal, op dezelfde manier dat het nu normaal lijkt een bus tussen het verkeer te zien. Toen ik burgemeester werd en het democratische beginsel ging toepassen dat het publieke belang zwaarder weegt dan het privébelang, dat een bus met honderd mensen erin recht heeft op honderd keer meer ruimte op de weg dan een auto, hebben we een systeem van openbaar vervoer ingevoerd waarin bussen eigen rijstroken hebben.[..] En net als busbanen, zijn ook gescheiden fietspaden een krachtig democratisch symbool, omdat ze laten zien dat een bewoner met een fiets van dertig dollar net zo belangrijk is als iemand met een auto van dertigduizend dollar.
Meer lezen?
- David ter Avest tipte ons nog deze prachtige documentaire ‘Bogota Change’ over de transformatie van Bogota.
- Charles Montgomery haalt Peñalosa niet alleen aan in zijn boek ‘The Happy City’ maar ook in dit stuk dat onlangs verscheen in the Guardian The Secrets to the Worlds Happiest Cities.
- Ook andere (oud-)burgemeesters proberen een happy city te creëren. Zo heeft oud-burgemeester van New York, Mike Bloomberg, bijvoorbeeld de Mayors Challenge uitgeschreven, een wereldwijde wedstrijd tussen steden voor de meest innovatieve oplossing voor stadsproblematiek. Op 31 januari levert burgemeester van der Laan namens Amsterdam een idee in.
- Klik door naar ons dossier ‘Happy City’ voor meer blogs over dit onderwerp.