Een gelukkige stad maak je zo: Charles Montgomery

Komende Stadsleven van 27 januari praten we over de happy city. Maakt het wonen in een stad eigenlijk wel gelukkig en zoja: welke factoren dragen hieraan bij? Charles Montgomery, urbanist en journalist, heeft er pas een nieuw boek over uit: Happy City. Transforming our lives through urban design.

One thing is certain, we all translate our own ideas of happiness into form. It happens when you landscape your garden or choose where to live. It happens when you buy a car. It happens when a CEO contemplates the form of a new skyscraper headquarters, or when a master architect lays out a grand scheme for a social housing. It happens when planners, politicians and community boards wrestle over roads, planning regulations and monuments. It is impossible to separate the life and design of a city from the attempt to understand happiness, to experience it, and to build it for society. The search shapes cities, and cities shape the search in return.

De stad kán mensen dus gelukkig maken. Maar ook ongelukkig. En een gelukkige stad blijkt nog niet zo makkelijk te creëren:

Ilustratie The Happy City

Ilustratie The Happy City

“This is not a simple brief because we are not simple creatures. We are torn between competing needs. [..] We need the nourishing, helping warmth of other people, but we also need the healing touch of nature. We need to connect, but we also need to retreat. We benefit from the conveniences of proximity, but these conveniences can come with the price of overstimulation and crowding.”

Naast het feit dat geluk niet eenduidig is, is er ook nog het probleem dat mensen, en dus ook stadsplanners en beleidsmakers, eigenlijk helemaal niet zo goed zijn in het inschatten hoe het beste gelukkige leefomgeving te creëren.

Ongelukkige fouten

Montgomery geeft het voorbeeld van de vaak voorkomende fout dat stadsplanners voetgangers zoveel mogelijk willen beschermen voor auto’s met aparte stoepen en brede straten. Met als resultaat dat maar liefst vier keer zoveel voetgangers om het leven komen, omdat dit ‘ontwerp’ het signaal aan automobilisten geeft om lekker hard te scheuren. Ze hoeven immers toch niet zo op die voetgangers hoeven te letten.

Natuur en sociale banden: stedelijke geluksfactoren

En wat zijn dan nu factoren in de stad die mensen wel gelukkig maken? Natuur bijvoorbeeld. Of sterke sociale banden. Eigenlijk heel grote open deuren. Maar dan wel met belangrijke nuances. Zo stelt Montgomery dat niet alle natuur in de stad mensen gelukkig maakt: het moet een ‘rommelig’ en een divers staaltje groen zijn. En beter kun je het in dagelijkse kleine porties tot je nemen dan in één groot megapark in het midden van de stad:

 ‘We can’t just build Central Park and say ‘Well,we’re done. Nature has to be  part of your life. It has to be part of your daily habitat and routine. Quality matters, not quantity’.

Montgomery neemt Vancouver als voorbeeld, een stad die erg hoog scoort op de happiness-by-nature schaal omdat vanaf bijna elke plek in de stad de omringende horizon van bergen, bossen en een oceaan te zien is. Bovendien is er een gemeentelijk beleid dat projectontwikkelaars dienen te “betalen” voor hun project met de aanleg van groene ruimte voor de gemeenschap, zodat de hoeveelheid groen in evenwicht blijft.

8365602645_e36f39d6ed_b

Credits: Mark Faviell

Verlies je portemonnee om te meten hoe gelukkig een stad is

Als de belangrijkste factor voor een happy city noemt Montgomery de manier waarop een stad de relaties tussen inwoners modereert. Hij heeft een simpel voorbeeld om te meten hoe gelukkig een stad is door het af te meten aan het verlies van een portemonnee:

Imagine you dropped your wallet somewhere on your street. What are the chances you would get it back if a neighbour found it? A stranger? A police officer? Your answer to that simple question is a proxy for a whole list of metrics related to the quality of your relatonship with family, friends, neighbours and the society around you.In fact, ask enough people the wallet question and you can predict the happiness of cities. Trust is key and it matters more than income for your happiness.

Ook hier geldt weer dat het modereren van sociale banden niet iets rechtlijnigs of logisch is. Zo blijkt dat de temperatuur van onze handen dicteert hoe we omgaan met vreemden. Experimenten tonen dat mensen met een warm drankje meer vertrouwen hebben in vreemden dan mensen met een koud drankje in hun handen.

Whatever the mechanism, what is certain is that the environment feeds us subtle clues that prime us to respond differently to the social landscape. Places that seem too sterile or too confusing can trigger the release of adrenaline and cortisol, the hormonses associated with fear and anxiety. Places that seem familiar, navigable and that trigger good memories are more likely to activate hits of feel-good serotonin, as well as the hormone that rewards and promotes feelings of interpersonal trust: oxytocine.

 

Een rommelige façade vol kleine winkeltjes met verschillende architectonische stijlen maakt mensen veel gelukkiger dan een nette glazen wand zonder veel identiteit. Het is zelfs zo dat senioren die in deze ‘dode’ gebieden worden veel sneller ouder worden dan ouderen die even tussen een diversiteit aan deuren, ramen, en winkels. De truc voor een gelukkige sociale stad is volgens Montgomery de creatie van soft zones. Plekken waar je wel elkaar kunt ontmoeten, maar daartoe niet gedwongen wordt. Neem bijvoorbeeld de driehoeksmethode methode van de de beroemde stadsplanner William H. Whyte waarin bepaalde elementen zoals een telefooncel, een vuilnisbak en een bankje, dicht genoeg bij elkaar worden geplaatst zodat mensen met elkaar in gesprek kunnen gaan.

Meer lezen?