In Stadsleven De Natte Stad hadden we het over de woelige relatie tussen water en de stad: hoe kunnen we ervoor zorgen dat we het water binnen de stad te vriend houden?
Door: Sanne van der Beek
Maarten Ouboter van Waternet kwam vertellen over de turbulente geschiedenis van Amsterdam met haar wateren. Amsterdam was tot 1872 immers een stad aan zee. Het zilte water van de Zuiderzee trok via het IJ tot aan de stad en bonkte regelmatig aan de deur. Bovendien stonk het grachtenwater onvoorstelbaar: het speelde een belangrijke rol in het afvoeren van afval.
Een korte introductie op deze historie kun je krijgen in onderstaand filmpje:
Tegenwoordig wordt er heel anders omgegaan met het zuiveren van de Amsterdamse wateren. Tot 2010 werd de stad 150 keer per jaar ’s nachts doorgespoeld met binnengepompt IJmeerwater door gemaal Zeeburg in Amsterdam-Oost. Om en om werd het water uitgelaten via de Haarlemmersluis en de Eenhoornsluis. Sinds 2010 is het standaard doorspoelen gestopt. De waterkwaliteit is door het rioleren (gemeente), het steeds verder zuiveren van het afvalwater (waterschap), het verplaatsen van de zuiveringen naar Westpoort (waterschap én gemeente) en het continu baggeren en drijfvuilvissen (gemeente) sterk verbeterd. Alleen bij zuurstofloosheid wordt de waterverversing (waterschap) ingezet. Om overlast waar te nemen wordt de waterkwaliteit continu gemeten, zoals hier goed te zien is. Zodat we wellicht in de toekomst met z’n allen lekker in de grachten kunnen zwemmen, zoals Princes Maximá al toonde tijdens de City Swim 2013 en zoals vele mensen al sinds 1841 doen bij de Royal Swim.
Meer lezen? Klik door naar Stadsleven ‘De Natte Stad’ voor meer blogs over dit onderwerp.